2.4 Transport
Als de warmtepomp voorzichtig over korte afstanden getransporteerd
wordt, kan hij maximaal 45° gekanteld worden. Als deze waarde
overschreden wordt, dient de warmtepomp ten minste gedurende 1 uur in
zijn normale verticale positie te rusten voordat hij gebruikt kan worden.
Transport en opslag kunnen plaatsvinden bij temperaturen tussen -10 en
+50°C.
De bovenzijde / behuizing van de warmtepomp zijn niet geschikt om aan
opgetild te worden en dit dient tijdens het transport zorgvuldig vermeden
worden.
2.4.1 Transport met vorkheftruck
Voor transport met een vorkheftruck dient de warmtepomp altijd te
worden geplaatst op het bijbehorende transportframe. Breng het geheel
altijd langzaam omhoog. Vanwege de hoge positie van het centrum van
de zwaartekracht dient de warmtepomp tijdens het transport gezekerd te
worden tegen omkantelen.
2.4.2 Uitladen van de warmtepomp
Om schade te voorkomen dient de warmtepomp te worden uitgeladen op
een vlak oppervlak.
2.4.3 Transport op steekwagen
De warmtepomp mag alleen worden getransporteerd op het bijbehorende
transportframe.De warmtepomp moet gezekerd worden om te voorkomen
dat hij op de steekwagen van zijn plaats komt.
Wateraansluitingen etc. mogen niet gebruikt worden voor
transportdoeleinden. Zorg ervoor dat de steekwagen niet de kast en de
aansluitingen beschadigt.
15