De warmtepomp is uitgevoerd met de volgende veiligheidsvoorzieningen:
4.1 Hogedrukschakelaar
De hogedrukschakelaar beschermt de warmtepomp tegen te hoge druk in
het koelcircuit.
Bij onderbrekingen (druk te hoog) zal het rode licht op het bedieningspaneel
knipperen en dezelfde hogedrukschakelaar de warmtepomp uitschakelen.
Het rode licht gaat branden. Start de installatie opnieuw op door handmatig
de hogedrukschakelaar te resetten.
Om handmatig te resetten moet u tussen de lamellen aan de bovenzijde
kijken.
Als het aggregaat meerdere keren achter elkaar stopt, moet u de
onderhoudsdienst bellen.
4.2 Veiligheidsschakelaar voor verwarmingselement
De veiligheidsschakelaar beschermt de installatie tegen oververhitting
tijdens de verwarming met de elektrische cartridge.
De veiligheidsschakelaar is gemonteerd op het verwarmingselement. Als
de ingestelde waarde (90°) overschreden wordt, zal de elektrische
cartridge uitgeschakeld worden. Deze kan opnieuw ingeschakeld worden
wanneer de temperatuur lager is dan 90°. Daartoe moet de installatie van
de stroom zijn afgesloten, en de frontplaat verwijderd. Nu kan de resetknop
ingedrukt worden.
4.3 De warmtepomp loopt niet
Controleer of:
• de stroom is ingeschakeld;
• er stroom staat op het stopcontact;
• de warmtepomp door de temperatuurregelaar uitgeschakeld is;
• de temperatuur van het leidingwater lager is dan 55°C;
• de hogedrukschakelaar is uitgeschakeld;
• de koelspiraal vuil is.
Als u hiermee de fout niet kunt opsporen, wordt u verzocht contact op te
nemen met uw lokale installateur of onderhoudsmonteur.
4. Opsporen van
defecten
30