2.2.4 Temperatuurregeling
Het toestel staat voortdurende onder
waterleidingdruk (maximaal 8 bar
(=800 kPa)). Er wordt evenveel koud
water toegevoerd, als er warm water
verbruikt wordt. De regelthermostaat
schakelt de voeding automatisch.
Dat betekent dat als de thermostaat
een temperatuur meet lager dan
de ingestelde temperatuur, deze
het elektrisch circuit sluit, zodat er
een elektrische stroom door het
verwarmingselement gevoerd wordt.
Zodra de gewenste temperatuur bereikt
is, verbreekt de thermostaat het contact
weer. Bij hoge watertemperaturen
ontstaat er meer kalkafzetting in het
toestel. Daarom wordt aanbevolen
om de temperatuurinstelling op 60°C
te laten staan, waardoor minder
kalkafzetting gevormd wordt. Boven
elke regelthermostaat zit een maximaal
thermostaat ingebouwd, die bij een
watertemperatuur van 93°C de
stroomtoevoer naar het element blijvend
onderbreekt (vergrendelend). Om
het element weer in bedrijf te nemen,
moet de resetknop van de maximaal
thermostaat worden ingedrukt. Als om
welke reden dan ook de temperatuur
boven de 98°C stijgt, opent om
veiligheidsredenen het gemonteerde
temperatuur- en drukventiel.
2.3 Onderhoud
De boiler moet minimaal éénmaal per
jaar door een erkend installateur getest
en gereinigd worden, zodat een goede
werking gegarandeerd is. Tijdens
onderhoud mag het toestel nooit onder
spanning staan.
2.3.1 Opofferingsanode
De levensduur van de anodes wordt
bepaald door de kwaliteit en de
hoeveelheid water die door het toestel
stroomt. Het wordt daarom aanbevolen
om ieder jaar de anodes te laten
controleren.
1. Stopkraan in de koud water
toevoerleiding sluiten.
2. Dichtstbijzijnde warmwaterkraan
openen, zodat de waterdruk uit de
boiler en het leidingnet wegvalt.
3. Anode met passende sleutel
losdraaien.
4. Anode controleren en vernieuwen
indien deze voor 60% of meer is
aangetast.
5. Anode waterdicht inschroeven.
Indien het noodzakelijk is de anode
te vervangen, moet hiervoor altijd
eenzelfde exemplaar toegepast worden.
Aan de hand van het toesteltype en het
volledige serienummer kan het type
anode vastgesteld worden.
2.3.2 Ontkalking
Kalkvorming is afhankelijk van
de watergesteldheid en van de
waterbehoefte. Daarnaast treedt bij hoge
watertemperaturen meer kalkafzetting in
het toestel op, dan bij lage temperatuur.
Een temperatuurinstelling van 60°C
wordt aanbevolen, zodat de kalkafzetting
gering blijft. Ontkalking moet met
geschikte middelen uitgevoerd worden.
Voor uitgebreide informatie is een
ontkalkinginstructie beschikbaar.