Bijlage
417
Trace, opname van communicatieprocessen
Ga op de centrale naar het volgende menu:
Installateursmodus -> Info -> Communicatie
Druk op de toets * en vervolgens op de cijfertoets <x>. Welk cijfer de "x" kan zijn, wordt hieronder aangegeven.
Er wordt een Live-Trace-Buffer (Live-modus) weergegeven.
Bij de weergave van de trace
Druk op de toets # om de tijdstempel te zien.
Druk op de toets * om een snapshot (snapshotmodus) te nemen. Gebruik de toetsen omhoog/omlaag om door
de Trace-Buffer te scrollen. Druk op de toets * om terug naar de live-modus te gaan.
Druk op de rechter menutoets in de live-modus of snapshotmodus om horizontaal naar rechts te scrollen. U
keert terug door op de toets omhoog of omlaag te drukken.
Om de relevante trace op de SD-kaart op te slaan, drukt u op de toets 0 in de live-modus of snapshotmodus.
Na de verwijdering van de SD-kaart kan de trace nu ook in alle rust op een computer worden geanalyseerd.
De trace wordt op de volgende manier opgeslagen:
\TRACE\trace_0X.txt
Welk cijfer de "x" kan zijn, wordt hieronder aangegeven.
Aanwijzing:
">" betekent "naar buiten", de centrale heeft verzonden of van de centrale overgedragen.
"<" betekent "naar binnen", de centrale heeft ontvangen of naar de centrale overgedragen.
Software <= v2.01.08
X = 0 = GSM/mobiel (bijv. "GSM – HUAWEI MG 323-B" of "Insteekmodule")
De communicatie tussen het moederbord en GSM-/mobiele module, AT-commando's enz.
Bijvoorbeeld:
AT-commando CSQ
< +CSQ: <rssi>,<ber>
Parameterbeschrijving
<rssi>: receive signal strength indicator
0: ≤ -113 dBm
1: -111 dBm
2...30: -109...-53 dBm (stappen van 2dBm)
31: ≥ 51 dBm
99: unknown or immeasurable
<ber>: bit error rate in percentage. The value of ber can be queried only during the
call processing. Otherwise, only the value 0 or 99 is returned. Currently, only the
value 99 is returned.
Bijv.
+CSQ: 14,99
14 = -85 dBm (Secvest-weergave RSSI 4)
Waardebereik van boven de 0-31 komt overeen met waardenbereik op Secvest 0-9
X = 1 = e-mail
Het communicatieprotocol tussen de centrale en de SMTP-server.
X = 2 = VoiP SIP
Het communicatieprotocol tussen de centrale en de VoIP-server.
X = 3 = telefonische oproep