ix
Voertuigen
RF-signalen kunnen onjuist geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen beïnvloeden, zoals elektronische
brandstofinjectiesystemen, elektronische antiblokkeersysteem, elektronische
cruise controlsystemen en airbagsystemen. Voor meer informatie neemt u
contact op met de fabrikant of dealer van uw voertuig of van geïnstalleerde
apparatuur. Alleen gekwalificeerd personeel mag het toestel repareren of het
toestel in een voertuig installeren. Het onjuist installeren of repareren kan
gevaarlijk zijn en kan de garantie op het toestel nietig maken. Controleer
regelmatig of alle draadloze apparatuur in uw voertuig correct is gemonteerd
en juist functioneert. Bewaar of vervoer geen ontvlambare vloeistoffen, gassen
of explosieve materialen in dezelfde ruimte als het toestel, onderdelen of
uitbreidingen. Denk bij voertuigen met een airbag eraan dat airbags met grote
kracht worden opgeblazen. Plaats geen objecten, zoals geïnstalleerde of
draagbare draadloze apparatuur boven de airbag of in het gebied waar de
airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur in het voertuig onjuist is
geïnstalleerd, en als de airbag wordt opgeblazen, kan het resultaat ernstige
verwonding zijn. Het gebruik van het toestel aan boord van een vliegtuig is
verboden. Schakel het toestel uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat.
Het gebruik van draadloze tele-apparaten aan boord van een vliegtuig kan
gevaar opleveren voor het gebruik van het vliegtuig, het draadloze
telefoonnetwerk verstoren en wellicht illegaal zijn.
Potentieel explosieve omgevingen
Schakel het toestel uit in een gebied met een potentieel explosieve atmosfeer
en volg alle borden en instructies op. Potentieel explosieve atmosferen treft u
aan in gebieden waar u normaal gesproken geadviseerd wordt de motor van
uw voertuig af te zetten. Vonken in zulke gebieden kunnen een explosie of
brand veroorzaken met letsel of zelfs de dood als gevolg. Schakel het toestel uit
in tankstations en garages. Let op voorschriften betreffende het gebruik van
radioapparatuur in brandstofdepots, opslag- en distributieplaatsen, chemische
fabrieken of plekken waar explosies worden uitgevoerd. Gebieden met een
potentieel explosieve atmosfeer worden vaak, maar niet altijd, duidelijk
gemarkeerd. Hieronder vallen chemische overslag- of opslagfaciliteiten,
onderdeks op schepen, voertuigen die vloeibaar gemaakt petroleumgas
(zoals propaan of butaan) gebruiken, en plekken waar de lucht chemicaliën of
deeltjes als korrels, stof of metaalpoeder bevatten.