warmte
pompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 2
3.2.6 Keuze van het reguleringsssysteem ...... 31
3.2.6.1 AcondTherm® ......................... 32
3.2.6.2 Ekviterm ................................... 32
3.2.6.3 Standaard ................................ 32
3.2.7 Een besturingsmodus selecteren ........... 32
3.2.7.1 Automatische selectie –
drukknop AUT .......................... 32
3.2.7.2 Warmtepomp – knop
Warmtepomp ........................... 32
3.2.7.3 Bivalente bron – BIV-knop ....... 33
3.2.7.4 Koeling - KOEL-knop ............... 33
3.2.7.5 Uitgeschakeld – UIT-knop ....... 33
3.2.8 Zonnepaneel .......................................... 33
3.2.9 Bassin .................................................... 34
3.2.10 Storing bevestigen ................................. 34
3.2.11 Tijdsschema’s ........................................ 34
3.2.11.1 Circuit1, Circuit2,
Verwarmingswater ................... 35
3.2.11.2 Tijdsschema SWW .................. 36
3.2.12 Informatie ............................................... 36
3.2.13 Equithermcurve ...................................... 38
3.2.14 Temperatuurverlopen ............................. 38
4 Alarmen, storingen en deze
verhelpen ........................................ 39
4.1 Storing bevestigen ................................... 39
5 Accumulatievaten en SWW-tanks . 42
6 Regelmatige inspecties .................. 43
6.1 Inspectie van de inlaat- en uitlaatroosters
en de openingen ...................................... 43
6.2 Controleer het koelvloeistofcircuit ........... 43
6.3 Bedrijfs-controle ....................................... 44
6.4 Drukregeling in het verwarmingssysteem 44
6.4.1 Drukregelingsprocedure in het systeem en
in het expansievat ................................. 44
6.5 Filters reinigen in het verwarmingssysteem
................................................................. 45
6.5.1 Reinigingsmethode voor een filter ......... 46
6.6 Ontluchting van het systeem ................... 47
6.7 Inspectie van de magnesiumanode ......... 47
6.7.1 Werkwijze bij inspectie (vervanging) van
de anode ............................................... 47
6.8 Veiligheidsklep ......................................... 48
7 Verwijdering .................................... 48
8 Technische informatie
overeenkomstig Verordening (EU)
nr. 813/2013 van de Commissie ..... 48
9 Links ................................................ 53