warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 43
• De installatie-, montage- en alle servicewerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd door een persoon met de vakbekwaamheid om de betreffende
werkzaamheden te verrichten.
• De containers zijn niet bedoeld voor plaatsing in zeer agressieve omgevingen (stallen,
pluimveestallen, industriële installaties).
• Elke veiligheidsklep moet minstens één keer per zes maanden regelmatig op de werking
ervan worden gecontroleerd (door het water handmatig af te tappen) en in geval van een
defect te worden vervangen. Pas op –- er kan heet water uit de klep lekken! De
containerleverancier is niet verantwoordelijk voor defecten die veroorzaakt werden door
een foute werking van de veiligheidsklep.
• De tank wordt geleverd als een compleet product en kan niet verder worden aangepast.
Elke wijziging aan de tank wijziging van het oorspronkelijke gebruik, enz.) wordt
beschouwd als een grove inbreuk in het technisch ontwerp en heeft invloed op de
acceptatie van de garantie.
6 Regelmatige inspecties
6.1 Inspectie van de inlaat- en uitlaatroosters en de openingen
Controleer regelmatig of het rooster en de verdamper aan de voorkant op verontreiniging door
bladeren, papieren en ander afval. Maak zo nodig de warmtepomp schoon als hij is
uitgeschakeld.
Duw nooit vreemde voorwerpen in de buitenunit van de warmtepomp! De
warmtepomp werkt in een regelmatig onderbroken cyclus. De ventilator
draait op hoge snelheid en er kunnen verwondingen worden veroorzaakt.
Let op, de unit bevat ontvlambare koelvloeistof!
Koppel de installatie los van stroombronnen als er sprake is van een
koelvloeistoflek en neem contact op met een servicebedrijf!