Copyright © Acronis, Inc., 2000-2010 53
bestandsnaam voor de back-up. Klik op Bladeren als u handmatig naar de gewenste locatie wilt
navigeren. Geef de back-up bij voorkeur een betekenisvolle naam, zoals 'Back-up_Schijf C.tib.'
4. Lees zorgvuldig het overzicht van de bewerkingen die het programma zal uitvoeren tijdens het
back-upproces. Klik op Doorgaan als u de standaardinstellingen wilt gebruiken om de back-
uptaak uit te voeren. Klik in het andere geval op Opties om de instellingen te wijzigen.
5. Op de wizardpagina Planning kunt u de gewenste planning instellen voor de back-uptaak. Door
regelmatig terugkerende volledige, incrementele en/of differentiële back-ups te plannen en die
indien nodig automatisch te laten consolideren door het programma, kunt u eenvoudig het
gewenste back-upbeleid implementeren. Lees Voorbeelden van geplande back-uptaken (p. 137)
voor meer informatie.
6. Kies een back-upmethode. Lees Wat is het verschil tussen een volledige, incrementele en
differentiële back-up? (p. 20) voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillende back-
upmethoden. Voor welke back-upmethode u het beste kiest, is afhankelijk van het back-upbeleid
dat u hanteert.
7. Op de volgende wizardpagina kunt u specifieke bestanden en mappen van het back-upproces
uitsluiten, bijvoorbeeld tijdelijke bestanden en mappen.
8. Stel de gewenste back-upopties in. Desgewenst kunt u de back-up automatisch op fouten
controleren vlak nadat deze is gemaakt, maar u kunt dat natuurlijk ook later doen.
9. Kies de gewenste instellingen om de back-up automatisch te consolideren als het door u gekozen
back-upbeleid dat vereist. Lees Consolidatieopties instellen (p. 87) voor meer informatie.
10. Geef desgewenst een beschrijving op voor de back-up. Merk op dat u dit ook later kunt doen.
11. Klik op Doorgaan om het back-upproces te starten nadat u de gewenste instellingen hebt
gekozen voor de back-uptaak.