2
INLEIDING GEBRUIKERSGIDS
GEBRUIK VAN DE KETEL
Laat uw installatie jaarlijks onderhouden door een
bevoegd technicus. Als de ketel intensief wordt
gebruikt, moet hij mogelijk meer dan eenmaal per jaar
worden onderhouden. Vraag in dat geval advies aan
uw installateur.
De brander starten
In de normale bedrijfstoestand springt de brander automatisch aan
zodra de temperatuur van de ketel onder de ingestelde setpoint
daalt, en schakelt hij zichzelf uit zodra die waarde is bereikt.
Bedieningsbord
De gebruiker heeft geen toegang tot de inwendige
onderdelen van het bedieningsbord.
1. Hoofdschakelaar
Met deze schakelaar kan de ketel worden gestart en stilgelegd.
2. Regelthermostaat (60 tot 90°C)
Als de HeatMaster
®
alleen als boiler wordt gebruikt, kan de
temperatuur worden ingesteld tussen 60 en 90°C. Als de
HeatMaster
®
wordt gebruikt als boiler en als verwarmingsapparaat,
dan wordt de thermostaat in principe afgesteld op 80°C teneinde
optimale werkingsomstandigheden te garanderen.
3. Zomer-winterschakelaar
Met deze schakelaar kan de verwarmingspomp worden in- en
uitgeschakeld
(indien geïnstalleerd)
.
4. Veiligheidsthermostaat met manuele herinschakeling
Als de temperatuur van de ketel oploopt tot meer dan 103°C, dan
wordt deze veiligheidsinrichting geactiveerd en licht er een speciaal
verklikkerlampje op. Om de ketel opnieuw te starten moet de
temperatuur dalen tot minder dan 60°C. Schroef de kap los, druk de
herstartknop in met een balpen of een gelijkaardig puntig voorwerp
en plaats de kap terug. Als het probleem aanhoudt, legt u de ketel
stil en roept u er een technicus bij.
ALGEMENE INFORMATIE EN
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemene informatie
Deze documentatie maakt deel uit van de leveringsomvang en moet
worden bezorgd aan de gebruiker, die ze zorgvuldig dient bij te
houden!
De montage, de inbedrijfstelling, het onderhoud en de herstelling
van de installatie dienen te gebeuren door een erkende installateur
overeenkomstig de geldende normen.
ACV wijst elke verantwoordelijkheid af voor de schade die wordt
veroorzaakt door een ongelijkvormige plaatsing of door het gebruik
van onderdelen of aansluitingen die niet door ACV zijn erkend voor
deze toepassing.
Temperatuur
Deze ketel is bedoeld voor centrale
verwarmingsinstallaties met een maximale
vertrektemperatuur van 90°C. Dit betekent dat de
buizen en radiatoren van de centrale verwarming
die temperatuur kunnen bereiken.
De temperatuur van de rookgaskanalen kan hoger
oplopen dan 100°C.
Het sanitair warm water kan heter worden dan
60°C.
Installatie
Neem deze handleiding zorgvuldig door alvorens de ketel
te installeren en in bedrijf te stellen.
De HeatMaster
®
moet worden geïnstalleerd overeenkomstig de
geldende veiligheidsvoorschriften en -normen. De ruimte waarin de
ketel wordt geplaatst, dient op een afdoende wijze te worden
verlucht, afhankelijk van het keteltype; de eventuele
verluchtingsopeningen mogen in geen enkel geval afgedekt worden.
Zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de fabrikant
mogen er geen veranderingen worden aangebracht aan het
binnenwerk van de ketel.
Onderhoud
Om een correcte en veilige werking van de ketel te garanderen,
dient hij jaarlijks te worden nagekeken en onderhouden door een
erkende installateur of onderhoudsfirma.
Storingen
Ondanks de strenge kwaliteitsnormen die ACV hanteert tijdens de
vervaardiging, de controle en het transport van zijn ketels, zijn
storingen nooit helemaal uit te sluiten. Meld deze storingen
onmiddellijk aan uw erkende installateur.
De defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door
originele onderdelen. U vindt een lijst met de onderdelen en hun
ACV-referentienummer vanaf pagina 13.
Opmerking: ACV behoudt zich het recht voor de technische
karakteristieken en de uitrusting van zijn toestellen zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen.