19
DE BATTERIJ-OPLADER:
- Controleer voordat u de batterij-oplader aan het net aansluit, of uw netspanning overeenkomt
met dat van de oplader. U vindt dat vermeld op het typeplaatje, achterop de batterij-oplader.
- De batterij mag slechts in de oorspronkelijke behuizing in een droge, niet brandgevoelige omge-
ving opgeladen worden.
- Voor het laden van de batterij mag uitsluitend de bijgeleverde
batterij-oplader gebruikt worden.
- Sluit geen batterij-oplader aan met een beschadigde stroomkabel of stekker. Laat die terstond
repareren door een vakman!
- Gebruik geen verlengkabels.
- De batterij-oplader is uitsluitend geschikt voor gebruik binnenshuis.
- In alle gevallen moet voorkomen worden dat vocht de batterij-oplader binnendringt.
Mocht zoiets toch gebeurd zijn, trek dan de stekker direct uit het stopcontact en neem contact
op met de helpdesk, zie pagina 30. Bij een snelle temperatuurwisseling van koud naar warm
bestaat er de mogelijkheid van condensvorming in en aan de batterij-oplader. Wacht u in dit
geval tot het apparaat de temperatuur van de ruimte heeft overgenomen. Het beste is om een