59
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMV-richtlijn
Vaktermen
• Koelmiddel
• Koelmidde
kringloop
• Verdamper
• Compressor
• Condensor
Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor kou-
deproductie, worden koelmiddelen genoemd. Deze
stoffen hebben verhoudingsgewijs een laag kook-
punt, zo laag dat de warmte van de aanwezige
levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel
tot koken ofwel tot verdampen kan brengen.
Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel
zich bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat hoofd-
zakelijk uit verdamper, compressor, condensor en lei-
dingen.
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als
alle vloeistof, heeft het koelmiddel warmte nodig om
te kunnen verdampen. Deze warmte wordt onttrok-
ken aan de binnenruimte van het koelapparaat, de
ruimte koelt daardoor af. Hiertoe is de verdamper in
de binnenruimte geplaatst of gelijk achter de bin-
nenwand aangebracht en daardoor niet zichtbaar.
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt
aangedreven door een ingebouwde elektromotor en
is achter, aan de onderkant van het apparaat
geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het gas-
vormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken
wordt en vervolgens verdicht en naar de condensor
geleid wordt.
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster.
In de condensor wordt het koelmiddel dat door de
comressor verdicht is, gecondenseerd. Hierbij komt
warmte vrij die door de oppervlakte van de conden-
sor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De
condensor is daarom aan de buitenkant, meestal aan
de achterkant van het apparaat, aangebracht.