13
In gebruik nemen en temperatuurregeling
Met de temperatuurregelaar kan de gewenste bewaartemperatuur
(-18°C of kouder) worden ingesteld.
Stand „
•
“betekent:
uit.
Stand „-16°C“ betekent:
hoogste, warmste binnentemperatuur.
Stand „-24°C“ betekent:
laagste, koudste binnentemperatuur.
Aanbevolen stand:
„-18°C“.
☞
1. Temperatuurregelaar naar stand „-16°C“ draaien, het groene lampje,
het gele lampje en het rode lampje gaan branden, het akoestische tem-
peratuursignaal (voorzover aanwezig) klinkt, het koelaggregaat werkt
automatisch.
De elektronica van het apparaat schakelt de snelvriesfunctie automa-
tisch na 5 uur uit. Het gele lampje (3) gaat uit.
2. Bovendien schakelt u de FROSTMATIC-toets (4) in, het gele lampje gaat
branden, het akoestische signaal wordt uitgeschakeld en het koelag-
gregaat werkt continu.
3. Pas als het rode lampje niet meer brandt, schakelt u de FROSTMATIC-
toets uit, het gele lampje gaat uit, het akoestische signaal is weer
geactiveerd.
Attentie: controleert u regelmatig aan de hand van het rode tempera-
tuur-controlelampje (6) of de bewaartemperatuur laag genoeg is.
Apparaat uitschakelen
Om het apparaat uit te schakelen de temperatuurregelaar op stand “
•
”
draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
☞
1. Levensmiddelen uit vriesruimte nemen.
2. Apparaat uitschakelen, daartoe de temperatuurregelaar op stand “
•
”
draaien.
3. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie
uitschakelen.
☞