37
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat zet.
Houd de condensor schoon
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen
gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd
wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
De werking van het apparaat
veroorzaakt dat een deel van de
vochtigheid in de binnenruimte in
de vorm van dauw- of
respectievelijk ijslagen neerslaat. De
dikke dauw- c.q. ijslaag werkt
isolerend en heeft een slechte
invloed op de vriesprestatie, dit
leidt tot hogere
binnentemperaturen, een stijgend
energieverbruik en bij een bepaalde
dikte van een dergelijke laag tot problemen bij het openen van het vriesvak,
dat kan leiden tot beschadigingen aan de deur.
Bij geringe dauw- en ijsvorming is het wegkrabben resp. verwijderen van de
ontstane dauw- en ijslaag mogelijk met de bij het apparaat geleverde
krabber.
De op de afbeelding getoonde bak wordt niet bij het apparaat geleverd!
Als de dauw- en ijslaag zo dik is, dat hij niet meer verwijderd kan worden met
de krabber, dan is ontdooien noodzakelijk. De frequentie hiervan is
afhankelijk van het gebruik.
Verloop van het ontdooien:
Zet de thermostaatknop op stand << >>.
Trek de stekker uit het stopcontact.