20
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan verschillende soorten informatie weergeven.
Tijdens normaal bedrijf wordt de actuele temperatuur binnen in de
diepvries (DAADWERKELIJKE temperatuur) weergegeven.
Als de temperatuur wordt ingesteld geeft een knipperende indicatie de
momenteel ingestelde diepvriestemperatuur aan (GEWENSTE temperatu-
ur).
Opstarten de temperatuur instellen
1. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
2. Druk op de knop (A). Het waarschuwingslampje (M) knippert tot de juiste
temperatuur is bereikt. Het alarmsignaal klinkt.
3. Druk op de knop (L) om het alarmsignaal te stoppen.
4. Druk op de knop (I) of (K). De temperatuurindicatie schakelt over en de
momenteel ingestelde, GEWENSTE temperatuur knippert in de temperatu-
urindicatie.
5. Stel de gewenste temperatuur in door op de knoppen (I) of (K) te drukken (zie
het gedeelte "Instelknoppen temperatuur"). De gewijzigde instelling wordt
onmiddellijk weergegeven in de temperatuurindicatie. Steeds wanneer de
knop wordt ingedrukt, wordt de temperatuur met 1 °C aangepast.
Vanuit het oogpunt van het veilig bewaren van voedsel moet -18 °C worden
beschouwd als voldoende koud om voedsel op te slaan in de diepvries.
FROSTMATIC
De functie FROSTMATIC versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt
reeds ingevroren voedsel tegelijkertijd tegen ongewenst opwarmen.
1. De functie FROSTMATIC wordt ingeschakeld door op de knop FROSTMATIC (H)
te drukken.
Het gele lampje (G) gaat branden.
Als de functie FROSTMATIC niet handmatig wordt uitgeschakeld, schakelt het
apparaat de functie FROSTMATIC zelf uit na ongeveer 52 uur. Het gele lamp-
je gaat uit.
2. De functie FROSTMATIC kan op ieder gewenst moment handmatig worden uit-
geschakeld door opnieuw op de knop FROSTMATIC te drukken. Het gele lam-
pje gaat uit.