Installatie
46
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren gemonteerd
worden
1. In een sifon, zorg er dan wel voor dat de slang niet kan wegglijden.
2. In een afvoerpijp met ventilatie, binnendiameter min. 4 cm.
De hoogte van de afvoerslang moet tussen 30 cm (min.) en 100 cm
(max.) boven de onderkant van het apparaat liggen. De afvoerslang
kan links of rechts van de afwasmachine gedraaid worden.
Zorg ervoor dat de slang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld
is, dat kan de waterafvoer verstoren.
Als u een verlengslang gebruikt, mag deze niet langer dan 2 meter zijn
en de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan die van de
oorspronkelijke afvoerslang. Ook de binnendiameter van de
koppelingen die u gebruikt voor aansluiting aan de afvoerpijp mag
niet kleiner zijn.
Let op!
Al onze afwasmachines zijn voorzien van een beveiliging die
verhindert dat afvalwater in de machine kan terugstromen. Als de
sifon (afvoerpijp, zwanenhals) van de gootsteen is voorzien van
een eenrichtingsklep, dan kan deze klep de waterlozing van de
afwasmachine storen. Daarom raden wij aan de klep te
verwijderen.