48
Voordat u de machine in gebruik neemt moet u
Als de hardheid van het leidingwater in uw woning overeenstemt met
stand 1, dan hoeft u geen zout te gebruiken omdat het water al zacht
is. In dat geval zal het controlelampje op het bedieningspaneel dus
voortdurend branden.
1. eerst controleren of alle transportbeveiligingen uit de machine zijn verwijderd
2. controleren of de machine volgens de aanwijzingen is aangesloten
3. de waterontharder instellen
4. één liter water in het zoutreservoir gieten en het dan met zout vullen
5. het glansmiddelreservoir vullen
Waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een automatisch werkende ontharder die
kalkafzetting op het servies en in de machine voorkomt. Hoe meer kalk het
leidingwater bevat, des te harder is het.
De waterhardheid wordt gemeten in verschillende schalen (zie tabel).
Stel de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid in. Informatie daarover kunt
u krijgen bij het waterleidingbedrijf.
De machine is in de fabriek op stand 3 ingesteld. Als de waterhardheid in uw
woonplaats afwijkt, moet u de ontharder verstellen.
U kunt door middel van de programmakeuze-toetsen ook een stand kiezen die
verschilt van de door de fabrikant ingestelde stand.
Elke toets komt overeen met een stand (zie tabel)
Stand 1 =
programmatoets
"Voorspoelen"
Stand 2 =
programmatoets
"Intensief 70°"
Stand 3 =
programmatoets
"Normaal 65°"
Stand 4 =
programmatoets
"Bio 50°"
Stand 5 =
programmatoets
"Kort 50°"
