37
Wel is de programmaduur aanzienlijk korter, omdat de noodzakelijke opwarmtijd
ontbreekt. Dat is echter tevens één van de redenen waarom, met name bij sterk
bevuilde afwas, de resultaten niet altijd goed zullen zijn.
De afwasmachine is voorzien van beveiligingen die voorkomen dat het afwaswater
in de drinkwaterleiding kan terugstromen en die aan de terzake geldende
veiligheidseisen voldoen.
Controleer of de waterleidingsdruk binnen de in de technische gegevens
aangegeven grenzen ligt.
Voorkom scherpe bochten of knikken in de slang, omdat deze de doorstroming van
water kunnen vertragen of verhinderen.
Het slangeinde dat aan de machine gekoppeld is kan naar believen gedraaid
worden.
Als de machine wordt aangesloten op nieuwe of lange tijd ongebruikte leidingen,
dan is het raadzaam om het water een paar minuten te laten doorstromen alvorens
de watertoevoerslang op de machine aan te sluiten.
Op deze wijze wordt voorkomen dat de zeef van de watertoevoerslang door
opgehoopt zand of roest verstopt raakt.
Gebruik een nieuwe slang voor de aansluiting.
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren gemonteerd worden
1. In een sifon, zorg er dan wel voor dat de slang niet kan wegglijden.
2. In een afvoerpijp met ventilatie, binnendiameter min. 4 cm.
De hoogte van de afvoerslang moet tussen 30 cm (min.) en 100 cm (max.) boven de
onderkant van het apparaat liggen. De afvoerslang kan links of rechts van de
afwasmachine gedraaid worden.
Zorg ervoor dat de slang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is, dat kan de
waterafvoer verstoren.
Als u een verlengslang gebruikt, mag deze niet langer dan 2 meter zijn en de
binnendiameter mag niet kleiner zijn dan die van de oorspronkelijke afvoerslang. Ook
de binnendiameter van de koppelingen die u gebruikt voor aansluiting aan de
afvoerpijp mag niet kleiner zijn.