4. Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-
schroefdraad. Gebruik altijd de bij de
machine geleverde slang.
De toevoerslang mag niet worden verlengd.
Als de slang te kort is en u de kraan niet
wilt verplaatsen, zult u een nieuwe, langere
slang moeten kopen die speciaal voor dit
doel is gemaakt.
Waterstop
De toevoerslang is voorzien van een waterstop, een beveiligingsvoorziening
tegen schade veroorzaakt door waterlekkage die
kan ontstaan door natuurlijke slijtage van de slang.
Deze storing wordt aangegeven door een rood vlak
in venster “A”. Indien dit gebeurt, de kraan
dichtdraaien en contact opnemen met onze
service-afdeling om de slang te laten vervangen.
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren
worden geplaatst:
Over de rand van een gootsteen; gebruik
hiervoor de bij de machine geleverde
slanggeleider van kunststof.
Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de
rand kan losschieten als de wasautomaat aan het
leeglopen is.
U kunt de slang met een stuk touw aan de kraan
vastbinden of aan de wand bevestigen.
In een aftakking van een gootsteenafvoer. De
aftakking dient zich boven de sifon te bevinden, zodat de bocht zich ten minste 60
cm boven de grond bevindt.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet
meer dan 90 cm.
Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnen-
diameter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoer-
slang.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
45