8
De plaatsing van het apparaat
De temperatuur van de omgeving heeft een invloed op het energieverbruik
en op de optimale functie van het apparaat.
Let u bij de plaatsing erop, dat het apparaat tussen de twee, zich tot de ver-
schillende klimaatklassen op het typeplaatje behorende temperatuurgrenzen
gebruikt moest worden.
Indien de omgevingstemperatuur onder de onderste grens valt, kan de tem-
peratuur binnen het apparaat hoger zijn dan de voorgeschreven temperatu-
ur.
Indien de omgevingstemperatuur boven de bovenste grens stijgt, moet de
compressor meer werken, de automatische ontdooiing wordt problematisch
en de temperatuur binnen het
apparaat en het energieverbruik sti-
jgen.
Monteert u de afstandhouders in
het tasje van de onderdelen naar
de achterste hoeken van het appa-
raat.
Maakt u de schroeven los, stelt u de
afstandhouders onder de schroeven,
dan trekt u de schroeven.
Let u erop dat het apparaat water-
pas staat. Dit kunt u met hulp van
de twee regelbare voeten instellen.
Stelt u het apparaat niet naar een zonnige plaats, plat tegen de kachel of het
fornuis.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C