16
kunnen daaraan vast vriezen.
Om veiligheidsredenen moet u de laden niet verwijderen.
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmid-
delen in de bovenste lade van het apparaat plaatsen. Niet-bevroren artike-
len mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat
anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
2. Indien u voedsel sneller wilt invriezen of indien u de max. hoeveelheid wilt
invriezen, dan dient u 24 uur van te voren de klimaatschakelaar in te
drukken. op de koude instelling.
3. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
Koude-accu’s
In één van de laden van de vriesruimte bevinden zich twee koude-accu’s.
Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengen de koude-
accu’s de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere uren.
De koude-accu’s kunen dit echter alleen optimaal doen als ze in de boven-
ste lade vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd worden. De koude-
accu’s kunnen tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden.
Diepvrieskalender
• De symbolen geven de diverse soorten diepvriesproducten aan.
• De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de bewaartijd in
maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven
bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een
hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
Maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten
bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend
water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse
of scherpe voorwerpen losmaken.
29
Aufstellen
Aufstellort
Das Gerät soll in einem gut belüfteten und trockenen Raum stehen.
Die Umgebungstemperatur wirkt sich auf den Stromverbrauch aus. Daher
sollte das Gerät
– nicht direkter Sonneneinstrahlung ausgesetzt sein;
– nicht an Heizkörpern, neben einem Herd oder sonstigen Wärmequellen
stehen;
– nur an einem Ort stehen, dessen Umgebungstemperatur der Klima-klasse
entspricht, für die das Gerät ausgelegt ist.
Die Klimaklasse finden Sie auf dem Typschild, das sich links im Innenraum
des Kühlraumes befindet.
Nachstehende Tabelle zeigt, welche Umgebungstemperatur welcher Kli-
maklasse zugeordnet ist:
Klimaklasse für Umgebungstemperatur von
SN +10 bis +32 °C
N +16 bis +32 °C
ST +18 bis +38 °C
T +18 bis +43 °C
Ist die Aufstellung neben einer Wärmequelle unvermeidbar, sind fol-gende
seitliche Mindestabstände einzuhalten:
– zu Elektroherden 3 cm;
– zu Öl- und Kohleherden 30 cm.
Können diese Abstände nicht eingehalten werden, ist eine Wärme-schutz-
platte zwischen Herd und Kältegerät erforderlich.
Steht das Kältegerät neben einem anderen Kühl- oder Gefriergerät, ist ein
seitlicher Abstand von 5 cm erforderlich, damit sich an den Geräte-Außen-
seiten kein Schwitzwasser bildet.