In gebruik nemen en temperatuurregeling
• U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaarde. Als
u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld. De
draaiknop voor de temperatuukeuze bevindt zich rechts in de koelruimte.
Stand „0“ betekent: uit.
Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat
de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden geregeld
worden. Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u
stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet bene-
den 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijdig op stand „3“ of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling
van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat
de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3”
tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ont-
dooien weer automatisch.
Interieur
Legvlakken
Naargelang het model is het appa-
raat voorzien van glas legvlakken.
Het legvlak van glas boven de groen-
te- en fruitbakken moet altijd op die
plaats blijven liggen, opdat groente
en fruit langer vers blijven.
De overige legvlakken zijn in hoogte
verstelbaar:
Daartoe de legvlak zover naar voren trekken tot hij naar boven of onderen
bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.
Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde
te werk gaan.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven uitgeno-
men worden en op andere plaatsen gezet worden.
51
• Lasciare raffreddare eventuali cibi caldi prima di congelarli. Il calore por-
ta a una forte formazione di brina ed un elevato consumo energetico.
• Rispettare le date di scadenza indicato sulle confezioni dal produttore dei
surgelati.
• I cibi una volta scongelati non possono venir ricongelati previa cottura.
• I contentitori di gas infiammabili oppure liquidi mediante l’effetto del
freddo possono perdere la propria ermeticità. Pericolo di espolsione! Non
immagazzinare mai dei contenitori con sostanze infiammabili, come p.es.
bombole spray, accendini e cartucce di rifornimento, ecc. nell’apparecchio
refrigerante.
• Le bottiglie e le lattine non devono essere collocate nella cella di conge-
lamento. Queste possono scoppiare non appena si congela il contenuto,
mentre i liquidi contenenti anidride carbonica possono addirittura esplo-
dere! Non collocare mai della limonata, succhi, birra,vino, spumante, ecc.
Ad eccezione: I superalcoolici possono essere immagazzinati nella cella di
congelamento.
• Avvolgere ermeticamente gli alimenti prima della congelazione in modo
da evitare che si asciughino, perdano gli aromi o che i sapori si trasmet-
tano agli altri cibi congelati.
Attenzione! Mai toccare i cibi congelati con le mani bagnate. La pelle
potrebbe rimanere attaccata.
1. Porre i cibi avvolti da congelare nel cassetto superiore.
2 Non aprire troppo frequentemente la porta dello scomparto e non lasciarla
aperta più del necessario.
Cubetti di ghiaccio
1. Riempire a 3/4 la bacinella ghiaccio con acqua fredda e riporla nel cassetto
congelatore.
2. Per togliere i cubetti pronti é sufficiente torcere la bacinella o metterla bre-
vemente sotto l’acqua corrente.
Attenzione! Si raccomanda di non usare utensili appuntiti o a spigoli per
staccare la bacinella eventualmente rimasta attaccata.