60
Zo gaat u te werk
1. Controleer of de zeven schoon zijn
(Zie het hoofstuk "Onderhoud")
2. Druk op de Aan/uit-toets
Het lampje "in bedrijf" gaat branden.
3. Controleer of zout en glansmiddel aanwezig zijn
Op het bedieningspaneel branden de lampjes "zout bijvullen" en "glansmiddel
bijvullen" bij gebrek aan zout respectievelijk glansmiddel.
4. Vullen van de korven
Verwijder grove resten uit schalen en borden.
Trek de onderste korf naar voren en plaats daarin pannen, schalen, grote
borden en bestek.
Trek de bovenste korf naar voren en plaats daarin kleine borden, schoteltjes,
kopjes en glazen.
Schuif de korven terug in de machine.
5. Controleer of beide sproeiarmen vrij kunnen draaien
6. Afwasmiddel doseren
Strooi of giet afwasmiddel in het afwasmiddelbakje.
Sluit het dekseltje.
7. Sluit de machinedeur
8a. Een programma zonder uitgestelde start kiezen en
starten
Druk op de toets van het gewenste programma: het bijbehorende
controlelampje gaat branden en de controlelampjes van de programmafasen
knipperen.
Het programma start ongeveer 6 seconden nadat u het gekozen heeft. In deze
6 seconden kunt u uw programmakeuze zeer eenvoudig wijzigen door op de
toets van een ander programma te drukken.
U kunt het programma onderbreken:
● Door de deur te openen.
● Door op de Aan/uit-toets te drukken (alle controlelampjes doven).
Wanneer u de deur sluit of de machine weer inschakelt met de Aan/uit-toets,
dan wordt het programma voortgezet vanaf het punt waar het onderbroken is.