29
PLAATS KOFFIEZETEENHEID • Na het reinigen is de zete-
enheid niet aangebracht.
• Breng de zeteenheid aan
zoals beschreven in de pa-
ragraaf “Reiniging van de
koffiezeteenheid”.
WEERGEGEVEN MELDING MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
DOE DEUR DICHT • Het deurtje is open • Sluit het deurtje.
VUL KOFFIEBONENRESERV. • De koffiebonen zijn op. • Vul het reservoir met kof-
fiebonen.
ALGEMEEN ALARM!
• De binnenkant van het ap-
paraat is zeer vuil.
• Reinig het apparaat zor-
gvuldig zoals beschreven
in de paragraaf “Reiniging
en onderhoud”. Als het
apparaat na de reiniging
nog steeds de melding
laat zien, zich tot een ser-
vicecentrum wenden.
GRAAG ONTKALKEN!
(afwisselend)
KOPJE MEDIUM NORMAAL
• Geeft aan dat het apparaat
ontkalkt moet worden.
• Het ontkalkingspro-
gramma beschreven in de
paragraaf “Ontkalking”
moet zo snel mogelijk uit-
gevoerd worden.
MINDER KOFFIE
• Er is te veel koffie ge-
bruikt.
• Kies een lichter aroma of
gebruik minder voorge-
malen koffie en zet op-
nieuw koffie.
VERVANG FILTER!
• Geeft aan dat het waterfil-
ter (A9) vervangen moet
worden.
• Vervang meteen het filter
volgens de aanwijzingen
in de paragraaf “Vervan-
ging van het filter”.
VOEG VOORGEMALEN
KOFFIE TOE
• De functie “voorgemalen
koffie” is geselecteerd,
maar er is geen voorge-
malen koffie in de trechter
gedaan.
• De trechter (A21) is ver-
stopt.
• Trek het apparaat uit en
doe de voorgemalen kof-
fie in de trechter.
• Ledig de trechter met be-
hulp van een mes zoals
beschreven in de para-
graaf ”Reiniging van de
trechter voor het inbren-
gen van voorgemalen kof-
fie”.
NL