10.5 Aansluiten luchtkanalen
De aansluitende luchtkanalen, minimaal ø 150 mm
(ø130 mm voor de afvoer), moeten met zo min
mogelijk luchtweerstand en vrij van lekkage worden
gemonteerd. Gebruik geen flexibele kanalen. Het is
aan te bevelen het ventilatiesysteem te voorzien van
een motorloze wasemkap en toe- en afvoerventielen
van het fabrikaat J.E. StorkAir.
De luchtkanalen buitenluchttoevoer (B) en ventilatie-
lucht en rookgasafvoer (A) moeten tussen de dak- of
geveldoorvoer en de OPTIFOR dampdicht worden
geïsoleerd; dit ter voorkoming van condensvorming
aan de buitenzijde van het kanaal. Het afvoerkanaal
Amoet uitgevoerd worden alszijnde een rookgasaf-
voerkanaal. Het luchtafvoerkanaal moet afwaterend
naar het apparaat worden geïnstalleerd.
14
229
229
242
438
98
89
457
119
429
674
R = Retourlucht woning ø150
T = Toevoerlucht woning ø150
A = Ventilatielucht en rookgasafvoer ø130
B = Buitenlucht toevoer ø150
[mm]
T
R
T
R
A
B
T
R
Figuur 10-4.
Aansluiting kanalen.