6
Afstandsbediening
1
2
3
Plaatsing van de batterijen in de afstands-
bediening
Verwijder het deksel van het batterijencompartiment.
Breng 2 AAA-batterijen in.
Let erop dat u de + en _polen correct plaatst.
Sluit het deksel.
Vervanging van de batterijen
Als de afstand tussen de afstandsbediening en het toe-
stel die nodig is voor een goede werking, steeds kleiner
wordt, zijn de batterijen leeg en moeten ze vervangen
worden door nieuwe.
Voorzorgsmaatregelen i.v.m. batterijen
< Let erop dat u de + en _ polen van de batterijen cor-
rect plaatst.
< Gebruik batterijen van hetzelfde type. Gebruik nooit
verschillende typen tegelijk
< U kunt zowel herlaadbare als niet-herlaadbare bat-
terijen gebruiken. Raadpleeg de aanwijzingen op de
verpakking.
< Als de afstandsbediening gedurende een lange tijd
(meer dan een maand) niet gebruikt wordt, verwijder
dan de batterijen om lekken te voorkomen. Als de
batterijen toch gelekt hebben, veeg dan de vloeistof
in het compartiment weg en vervang de batterijen
door nieuwe.
< Verhit of ontmantel de batterijen niet en gooi ze nooit
in vuur.
3
2
1
Werkingsbereik van de afstandsbediening
Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u het
toestel vanaf afstand bedienen.
Als u de afstandsbediening gebruikt, richt ze dan naar
de SENSOR op het voorpaneel van het toestel.
< Als er zich obstakels bevinden tussen het toestel en
de afstandsbediening, kan de bediening op afstand
verstoord worden, ook al bevindt u zich binnen het
werkingsbereik.
< Als de afstandsbediening gebruikt wordt nabij andere
toestellen of afstandsbedieningen die infraroodstra-
ling genereren, kan de werking verstoord worden.
Ook de werking van de andere toestellen kan in dat
geval verstoord worden.