Druk op de toets FWD (24) of op de toets REV (24) om een DVD vooruit of terug te
spoelen. De beschikbare snelheden zijn: 2x, 4x, 8x, 20x.
Druk op de toets VOL + of de toets VOL - (22) om het volume aan te passen.
Om het geluid te dempen of te herstellen, druk op de toets MUTE (14).
SUBTITLE (5): selecteer hiermee de ondertitels van het spelende VIDEO bestand
(indien beschikbaar)
DVD: Druk herhaaldelijk op de AUDIO-toets (17) tot de gewenste taal verschijnt voor het
kiezen van de audiotaal van een DVD.
CD VCD: selecteer hiermee de gewenste geluid weergave (STEREO, LEFT, RIGHT)
Druk op de toets ANGLE (4) om de camerahoek te selecteren.
Druk op de toets STEP (16) als u de DVD beeld voor beeld wilt afspelen. Met de toets
PLAY/PAUSE (20) wordt het gewoon afspelen voortgezet.
Voor herhaling van een hoofdstuk (DVD) of
Druk eenmaal op de toets REPEAT (11) om het huidige hoofdstuk of nummer te
herhalen.
Druk tweemaal op de toets om alle hoofdstukken of nummers te herhalen.
De AB functie (10) kan worden gebruikt om een specifiek deel van een DVD te herhalen.
Druk eenmaal op de toets AB (10) om het beginpunt (A) te kiezen.
Druk nogmaals op de toets AB (10) om het eindpunt (B) te kiezen. Het apparaat speelt
het deel herhaaldelijk af.
Navigeren
Druk op de toets MENU (18) om tijdens het afspelen naar het inhoudsmenu terug te
keren.
Met de toets TITLE (6) kunt u een bepaalde titel van een DVD bekijken. Kies de titel met
de pijltjestoetsen.
Gebruik de SEARCH knop (1) om naar een tijdspunt, titel of hoofdstuk naar keuze te
gaan in DVD Mode.
Gebruik de SOURCE knop (15) om te wisselen tussen DVD of USB invoer.
De functie PROGRAM
Met de PROGRAM functie (12) kunnen favoriete nummers van de schijf opgeslagen worden.
Open de functie PROGRAM met de toets PROGRAM (12) .
Druk op de cijfertoetsen (8) om de gewenste track te selecteren. Gebruik de pijltjestoets
omlaag om het volgende onderdeel te markeren.
Druk op de toets PROGRAM (12) en selecteer CLEAR in het menu om het afspelen te
hervatten.