Bedienungsanleitung Alber e-pilot P15 (Seite 26 von 42) (Holländisch)

785765

Zoom out

Zoom in

Vorherige Seite

1/42

Nächste Seite

6. Veiligheids- en gevarenaanwijzingen voor het rijdenmet de e-pilot

LET OP, GEVAAR VOOR KANTELEN!

Uw rolstoel met de eraan aangebrachte e-pilot is een verplaatsingsmiddel met drie wielen.

Met name bij het rijden in bochten, het rijden over obstakels en het rijden dwars over hellende vlakken (dit mag

nooit zo uitgevoerd worden!) kantelt een voertuig met drie wielen sneller dan een met vier wielen. Pas daarom

uw rijgedrag en de snelheid aan.

6.1 Algemene aanwijzingen

•Voordat de e-pilot wordt omgeladen of opgetild moet deze worden uitgeschakeld.

•Als de e-pilot wordt opgetild, bijvoorbeeld voor het transport, mag u nooit met uw hand in de velg grijpen.

•Het stijgvermogen van de e-pilot is maximaal 10 % (5,71°). Als er op steilere hellingen wordt gereden, kan niet worden uitgesloten

dat e-pilot en rolstoel achteruit glijden. Trek in dit geval de vastzetremmen aan de rolstoel aan en stop het rijden.

Op hellingen en afdalingen van meer dan 15% mag met de e-pilot niet worden gereden.

•De e-pilot is aan de linker- en rechterkant van de greep met telkens een remhendel [7] uitgerust.

Met de vergrendeling [6] wordt de remhendel aan de linkerkant van de greep continu vastgeklemd, waardoor een van de remmen [19]

het wiel [21] continu blokkeert. Bovendien moet u de aan uw rolstoel aangebrachte vastzetremmen eveneens aantrekken om onbedoeld

wegrollen te voorkomen, bijvoorbeeld bij stilstand op hellingen!

•De e-pilot wordt bestuurd met de bedieningselementen aan het stuur (zie hoofdstuk 2.3 e.v.). Als het systeem ingeschakeld is, wordt

elke impuls van de gasgreep [1] omgezet in een rijcommando (vooruit rijden).

•De wielen kunnen sporen op vloerbekleding veroorzaken, met name bij sterk afremmen.

•Het is daarom raadzaam om na ontvangst van de e-pilot eerst een kleine rijtraining uit te voeren. Zo kunt u zich grondig vertrouwd

maken met de aandrijving en de mogelijkheden daarvan.

6.2 Rijtraining

•De veiligheid en gezondheid van de rolstoelgebruiker komen op de eerste plaats. Hiervoor is het absoluut noodzakelijk de rijeigenschap-

pen van de e-pilot te leren kennen. Uw vakhandelaar of regiohoofd van de firma Alber ondersteunen u hierbij door een gratis instructie

in de bediening van het apparaat.

•Neem de informatie, veiligheids- en gevarenaanwijzingen van uw rolstoelfabrikant in acht. Deze gelden ook bij het rijden met de e-pilot.

•Start uw eerste rijpogingen met bijzondere oplettendheid en begin met uw rijtraining op een vlakke ondergrond.

•Voer uw rijtraining uit in omgevingen zonder hindernissen.

•Pas uw snelheid altijd aan de externe omstandigheden aan om bijv. zonder gevaar om plotselinge hindernissen heen te kunnen rijden

resp. uw rolstoel stop te kunnen zetten.

•Draai voor het starten de gasgreep [1] nooit tot aan de aanslag. Hierbij kunnen niet door de bestuurder controleerbare bewegingen van

de e-pilot worden veroorzaakt (gevaar voor ongevallen).

•Beweeg de gasgreep [1] langzaam en voorzichtig en niet met een plotselinge ruk. Vermijd plotseling en tot aan de aanslag bewegen van

de gasgreep, met name bij eventuele gevaarlijke situaties die u wilt ontwijken. Rem de e-pilot voorzichtigheidshalve van tevoren liever

af totdat hij volledig stilstaat.

•Bij het loslaten van de gasgreep [1] gaat het wiel van de e-pilot automatisch naar vrije vaart, het wiel wordt daarbij niet afgeremd!

Het remmen moet met beide remhendels [7a/7b] worden uitgevoerd.

•Als de vooringestelde maximumsnelheid wordt overschreden, schakelt het wiel automatisch naar vrije vaart. Overschrijd nooit de maxi-

mumsnelheid.

•Als het wiel zich wegens overschrijden van de maximumsnelheid in vrije vaart bevindt, moet u de snelheid van de e-pilot reduceren tot

de maximumsnelheid wordt onderschreden. Pas dan kan de gasgreep [1] weer worden gebruikt.

•Rem de e-pilot uitsluitend af met de twee remhendels [7a/7b]. Grijp daarbij nooit “ter ondersteuning” de grijpbanden van de rolstoel-

wielen vast.

•Voordat u met de e-pilot hellingen op- of afrijdt, moet u de bediening van het apparaat op oppervlakken grondig beheersen.

•Rijd altijd met een volledig opgeladen accupack op hellingen.

•Bij het afdalen van hellingen van welke aard dan ook moet u bijzonder voorzichtig zijn.

•Rijd hellingen langzaam af, om plotseling opduikende hindernissen op tijd te kunnen ontwijken of de rolstoel te kunnen stoppen. Rijd

nooit van een helling in vrije vaart.

•Rij nooit dwars t.o.v. steile hellingen of dergelijke. Een eventuele ongewilde verschuiving van het zwaartepunt zou tot gevolg kunnen

hebben dat de rolstoel zijwaarts kantelt.

•De e-pilot kan over obstakels, bijvoorbeeld stoepranden, met een hoogte van maximaal 5 centimeter, heen rijden.

Over obstakels hoger dan 5 centimeter mag niet worden gereden, aangezien onder andere het gevaar bestaat dat de staander [18] vast

komt te zitten en zo beschadigd raakt.

•Als u over schuin aflopende stoepranden e.d. rijdt, zorg er dan voor dat u de rolstoel iets tegenstuurt. Als u over kleinere obstakels,

zoals stoepranden, heen rijdt, zorg er dan voor dat u nooit parallel t.o.v. van het betreffende obstakel rijdt, maar in een rechte hoek

erover heen rijdt. Dit wil zeggen: eerst rijdt het wiel van de e-pilot over het obstakel. Daarna rijden de twee wielen van uw rolstoel

tegelijk en niet verplaatst t.o.v. elkaar over het obstakel. Rij steeds met een lage, aan het obstakel aangepaste snelheid.

Alber e-pilot P15 Seite 26

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Art des Missbrauchs:

Forenregeln

Neu registrieren

Andere Handbücher von Alber e-pilot P15

Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Info