2.3.3 Lampje
• Continu groen: de telefoon staat op de lader (of is verbonden via de USB-kabel) en de accu is
volledig opgeladen.
• Constant rood: de telefoon bevindt zich op de lader en de batterij wordt opgeladen.
Laad het toestel regelmatig op. Het toestel mag daarbij zowel ingeschakeld als uitgeschakeld zijn.
Verwijder de batterij als het toestel langere tijd niet gebruikt hoeft te worden en niet in de oplader
opgeborgen kan worden, en berg de batterij apart op.
De laadtijd van de accu van de handset is ongeveer 3 uur. De oplaadtijd is langer als opgeladen wordt via
de USB-aansluiting van een ander apparaat dan de AC/DC-adapter. De laadtijd van de reserve-accu is 6
uur.
Vergeet niet de USB-afdekking van uw telefoon correct te sluiten na het ontkoppelen van de USB-kabel.
2.3.4 Levensduur van uw toestel
Stand-by in de dekkingszone: Tot zo'n 160 uur.
In een doorlopend gesprek zonder Bluetooth of geactiveerde geluidsreductie: Tot zo'n 20 uur als de
spaarstand is geactiveerd, resp. 17 uur als deze niet is geactiveerd.
Schakel de telefoon uit voordat u de batterij vervangt.
2.4 Inschakelen van het toestel
Wanneer het scherm niet oplicht of het pictogram dat het laadniveau van de batterij aangeeft begint te
knipperen, moet u de batterij opnieuw opladen.
Wanneer het zend-en ontvangstbereik status-icoon niet op het scherm van de telefoon verschijnt:
• Controleer of zich binnen het bereik van een basisstation bevindt.
• Controleer of de telefoon op de juiste manier op het systeem is aangemeld.
Enkele ogenblikken wachten (circa 3 sec).
2.5 Uitschakelen van uw toestel
• Toets voor in-/uitschakelen indrukken (lang indrukken).
• Uw keuze inschakelen: Ja.
• Uw telefoon is nu uitgeschakeld.