3
Oproepen ..........................
3.1 Bellen
Toets het nummer in dat u wilt bellen en druk vervolgens op . Foutief
ingevoerde tekens kunt u wissen met de rechter functietoets.
Om het gesprek te beëindigen drukt u op .
Om de speciale tekens “+”,“W” (wachten op kiestoon) of “P”
(voor het opslaan van een nummer met een toestelnummer)
houdt u de ingedrukt (achtereenvolgens verschijnen 0, +, P,
W in beeld).
Alarmnummer bellen
Wanneer u binnen het bereik van een netwerk bent, kunt u het
alarmnummer 112 of een ander door uw provider opgegeven
alarmnummer bellen. Toets het nummer in en bevestig het met ook
wanneer er geen SIM-kaart in het toestel zit. U hoeft geen PIN-code in te
voeren of het toetsenbord vrij te geven.
3.2 Uw voicemail beluisteren
(1)
Uw voicemail zorgt ervoor dat u geen enkel telefoontje mist en werkt als
een telefoonbeantwoorder die u op elk gewenst moment kunt
beluisteren. Om uw voicemail te beluisteren, drukt u lang op .
22
(1)
Informeer bij uw provider of deze dienst beschikbaar is.
2.2 Uw toestel aanzetten
Druk op tot het toestel aanstaat.Voer dan indien nodig de PIN-code in
en bevestig deze code met . U ziet vervolgens het welkomstscherm.
Neem contact op met uw provider wanneer u niet weet wat uw
PIN-code is of wanneer u hem vergeten bent. Bewaar uw PIN-
code apart van uw mobiele telefoon en berg de kaart op een
veilige plaats op wanneer u uw toestel niet gebruikt.
Wanneer netwerkberichten op het beeldscherm verschijnen, drukt u op
om deze berichten geheel te lezen of op de rechter functietoets om
terug te gaan naar het welkomstscherm.
Wanneer het toestel een netwerk zoekt, ziet u "Zoeken/
Alarmnummer" op het beeldscherm.
Vanuit het opstartscherm kunt u ook naar "Media-album", "Camera &
Video" en "Muziek" gaan, ook als er geen SIM-kaart in het toestel zit.
2.3 Uw toestel uitzetten
Druk in het welkomstscherm op .
21