3. Zenden
(1) U kunt het nummer van de ontvanger op drie manieren invoeren:
y Voer het nummer direct in. Als er twee of meer ontvangers zijn, gebruik dan
“;” om ze van elkaar te scheiden;
y Voer de naam van de ontvanger in, zoals deze is opgeslagen in het
telefoonboek;
y Klik op het SMS Icoon in het invoerscherm om naar de keuzelijst van de
ontvangers te gaan. Selecteer één of meer ontvangers en klik op <OK> om
ze toe te voegen aan de lijst van ontvangers in de SMS.
(2) Klik op <Zenden> om de SMS te verzenden. Wanneer de SMS niet kon
worden verzonden, wordt deze opgeslagen in het Postvak UIT.
4. Antwoorden
y Selecteer een SMS in het Postvak IN en klik vervolgens op <Antwoord> op de
menu balk;
y Het nummer van de ontvanger staat al ingevuld in het SMS invoerscherm. Dit
kan worden gewijzigd;
y Voer het antwoord in het tekst invoerveld in en klik op <Zenden>.
5. Doorsturen
y Selecteer een SMS en klik vervolgens op <Doorsturen> op de menu balk;
y De tekst van het geselecteerde bericht verschijnt in het tekst invoerveld.
Deze tekst kan worden gewijzigd;
y Voer het nummer van de ontvanger in en klik vervolgens op <Zenden>.
6. Wijzigen
y Ga naar Concepten en selecteer een SMS. Dubbel-klik op het bericht om
deze te openen;
y Klik op <Opslaan> of <Zenden> wanneer u klaar bent met de wijziging.
7. Wissen
y Selecteer één of meer berichten (gebruik de ctrl/shift toets);
y Klik op <Wissen> op de menu balk. Een dialoogscherm verschijnt met de tekst
“Wil je de bericht(en) wissen?”
y Klik op <OK> en de SMS bericht(en) worden gewist. Gewiste SMS berichten
kunnen niet meer worden teruggehaald.
8. Herzenden
y Ga naar Postvak UIT en selecteer één of meer berichten (gebruik de ctrl/shift
toets);
y Klik op <Herzenden> op de menu balk;
y Het programma zal de niet verzonden berichten opnieuw verzenden.
9. Exporteren
y Selecteer één of meer berichten (gebruik de ctrl/shift toets) in de lijst;
y Klik met de rechter muisknop op de bericht(en) en selecteer <Exporteren…>.
Kies de locatie en sla het op als een *.txt bestand.