9
Bij het omgaan met elektrische apparaten dient u altijd een aantal elementaire
veiligheidmaatregelen in acht te nemen om het risico op brand, elektrische
schokken en verwondingen te voorkomen. Houd onder meer rekening met het
volgende:
1. Controleer het voltage van de netstroom om ervoor te zorgen dat het overeenstemt
met het nominale voltage voor het toestel voordat u dit gebruikt.
2. Gebruik de luchtbevochtiger nooit in een gesloten ruimte, vooral niet als er een kind
in slaapt, rust of speelt.
3. Voeg niet rechtstreeks water toe dat van de vochtafvoer afkomstig is. Het toestel
kan daardoor beschadigd raken.
4. Laat kinderen niet spelen met de verpakking van het product, bv. plastic zakken.
5. Leg het snoer nooit onder tapijten of in de nabijheid van verwarmingsroosters,
radiatoren, kachels of verwarmingstoestellen.
6. Plaats de luchtbevochtiger niet in de nabijheid van kachels, radiatoren en
verwarmingstoestellen. Plaats de luchtbevochtiger op een binnenmuur nabij een
stopcontact. De luchtbevochtiger moet minstens 10 cm van de wand verwijderd zijn
om de beste resultaten te verkrijgen.
7. Probeer de luchtbevochtiger niet te hervullen zonder de stekker van het toestel uit
het stopcontact te nemen.
8. Gebruik nooit een toestel met een snoer of stekker dat/die beschadigd is nadat
het toestel een defect vertoont of op een of andere manier gevallen of beschadigd
is. Zend het toestel terug naar de fabrikant voor onderzoek, elektrische of
mechanische bijregeling of herstelling.
9. Plaats de luchtbevochtiger altijd op een stevig, vlak, horizontaal oppervlak op
minstens 60cm van de vloer.
10. Plaats de vochtafvoer niet rechtstreeks tegenover de muur.
11. Kantel, veplaats of leeg het toestel nooit terwijl het in werking is.
12. Schakel het toestel uit en neem de stekker uit het stopcontact voordat u het
waterreservoir verwijdert en het toestel verplaatst.
13. Probeer geen elektrische of mechanische functies op dit toestel te herstellen of aan
te passen. Als u dat wel doet, wordt de garantie ongeldig.
14. De binnenkant van het toestel bevat geen onderdelen die de gebruiker kan
onderhouden. Al het onderhoud mag enkel uitgevoerd worden door deskundig
personeel.
15. Gebruik nooit detergentia, benzine, glasreiniger, poetsmiddel voor meubelen,
verfverdunner of andere huishoudelijke oplosmiddelen om een deel van de
luchtbevochtiger te reinigen.
16. Giet geen water in een andere opening dan het waterreservoir.
17. Te hoge vochtigheid in een kamer kan leiden tot watercondensatie op ramen en
bepaalde meubelen. Schakel de luchtbevochtiger uit als dit gebeurt.
18. Plaats de behuizinig nooit onder stromend water of dompel ze niet onder in een
vloeistof.