5
MICROFOON VOLUMEREGELING:
Op de ingang “MIC” (ongebalanceerd) kan een externe microfoon of elektrische
instrumenten met kabels worden aangesloten. Met volumeregelaar “VOLUME MIC.”
kan het volume worden geregeld.
Let erop dat de mastervolumeregelaar iets open staat, anders hoort u niets.
Treble: Met deze regelaar kunt u de hoge tonen sterkte regelen.
Bass: Met deze regelaar kunt u de lage tonen sterkte regelen.
MICROFOON
De meegeleverde draad gebonden microfoon kan worden aangesloten op de
6.3mm jack-aansluiting van de microfooningang. De microfoon is ongebalanseerd
uitgevoerd.
Let erop dat wanneer u wilt gaan spreken het schakelaartje op de microfoon op
aan staat. Draai nu al sprekend de volumeregelaar voorzichtig omhoog. Als het
volume van de microfoon te hard staat kan het geluid gaan piepen (rondzingen).
Regel het geluid dan snel terug. Als het rondzingen te lang duurt kan dit de
speaker beschadigen. Houdt de microfoon ongeveer 2 cm van de mond. Spreek
luid, duidelijk en niet te snel in de microfoon.