CONNECT
43
TELEFOON
Overschakelen naar telefoon-
functie
Vanuit iedere audiobron kan overgescha-
keld worden naar de telefoonfunctie door
op de toets
£
(11-fig. 1) te drukken.
Als u met het netwerk in verbinding
staat, verschijnen op het display de gege-
vens van het netwerk en de gebr uiker.
Het symbool ⁄ knippert niet.
Telefoonnummer kiezen
Toets bij ingeschakelde telefoon het
nummer in (toets altijd het netnummer
in) met de toetsen (9-fig. 1).
Op het display verschijnt het ingetoetste
nummer.
Een cijfer/telefoonnummer wijzi-
gen/wissen
Ga als volgt te werk om een cijfer te
wijzigen/wissen:
– selecteer met de toets ì/$ (7-fig.
1) het te wijzigen cijfer (het cijfer knip-
pert);
– druk kort op de toets CLR (15-fig.
1).
Om een telefoonnummer te wissen,
moet u daarentegen kor t op de toets
CLR (15-fig. 1) drukken;
SNEL EEN TELEFOONNUMMER
ZOEKEN
U kunt telefoonnummers oproepen die
met naam of nummer zijn opgeslagen.
De nummers die uit het telefoongeheu-
gen kunnen worden opgeroepen gaan
van 1 tot 25 en die van de SIM-kaart van
101 tot 225.
De eerste negen telefoonnummers kun-
nen uit het hoofdmenu van de telefoon
worden opgeroepen door ze direct te se-
lecteren m.b.v. het toetsenbord.
Snel een nummer uit het tele-
foongeheugen zoeken (Versneld
kiezen)
Druk ongeveer 2 seconden op de toets
(9-fig. 1) (van 1 tot 9), totdat het
nummer of de naam van degene die u
wilt bellen op het display verschijnt.
De verbinding komt automatisch tot
stand.
Snel een nummer op de SIM-
kaart zoeken
Druk ongeveer 2 seconden op de toets
*/MIX (12-fig. 1) en de betreffende
toets (9-fig. 1) (van 1 tot 9), totdat
het nummer of de naam van degene die
u wilt bellen op het display verschijnt.
De verbinding komt automatisch tot
stand.