CONNECT Nav
242
N
N
A
A
V
V
I
I
G
G
A
A
T
T
I
I
E
E
S
S
Y
Y
S
S
T
T
E
E
E
E
M
M
I
I
N
N
S
S
C
C
H
H
A
A
K
K
E
E
L
L
E
E
N
N
NAVIGATIE STARTEN
Voor het star ten van de navigatie moe-
ten de bestemming (zie “Bestemming in-
voeren” in het hoofdstuk “Satelliet-navi-
gatiesysteem”) en de opties voor het tra-
ject zijn ingevoerd.
Ga als volgt te werk:
1) Druk op de toets NA V (12); op het
display verschijnt het hoofdmenu van het
navigatiesysteem (fig. 88).
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel ROUTEBEGELEIDING.
3) Druk op de draaiknop/toets ( 11):
op het display verschijnt het menu route-
begeleiding (fig. 89).
fig. 88
A0B3053i
Het traject wordt berekend. De bereke-
ning kan enkele seconden duren afhanke-
lijk van de afstand tot de bestemming; op
het display wordt gedurende deze periode
BEREKENING of HERBEREKENING (als de
bestemming daarvoor al was ingevoerd)
weergegeven. Onder de tijdsindicatie
wordt de afstand tot de bestemming
weergegeven.
Op de bovenste regel van het menu rou-
tebegeleiding verschijnt de naam van de
straat waarin u op dat moment rijdt of de
naam van de straat waar moet worden
afgeslagen.
BELANGRIJK Als het door het naviga-
tiesysteem aangegeven traject wordt ver-
laten, verschijnt op het display OFF ROAD
of OFF MAP (onvoldoende positiegege-
vens).
Op het display worden de route-aanwij-
zingen naar de bestemming weergege-
ven.
Er kan gekozen worden tussen een twee-
(fig. 89) of driedimensionale ( fig. 90)
weergave.
Voor het maken van een keuze moet
ongeveer 3 seconden de draaiknop/toets
(11) worden ingedr ukt totdat de weer-
gave wijzigt.
fig. 89
A0B3054i
fig. 90
A0B3055i