CONNECT Nav
245
DYNAMISCHE ROUTE-
BEGELEIDING
(indien aanwezig)
Tijdens de “Dynamische routebegelei-
ding” analyseert het navigatiesysteem de
verkeersinformatie en ver werkt deze bij
de berekening van het traject.
De verkeersinformatie wordt uitgezon-
den door RDS-stations met TMC (T raffic
Message Channel).
Ga als volgt te werk om de functie “Dy-
namische routebegeleiding” in te schake-
len:
1) Druk tijdens de “Routebegeleiding”
op de toets MEN ( 10); op het display
verschijnt het instellingenmenu van het
navigatiesysteem (fig. 94).
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel OPTIES TRAJ. ( fig.
94).
3) Druk op de draaiknop/toets ( 11)
om het onderdeel TRAJECT te selecteren
(fig. 95).
4) Druk meerdere keren op de draai-
knop/toets (11) totdat op het display
het opschrift DYNAMISCH verschijnt ( fig.
95).
5) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het opschrift DOORGAAN.
6) Druk op de draaiknop/toets (11).
Het systeem keer t terug naar de status
“Routebegeleiding” (zie de paragraaf
“Navigatie starten” in dit hoofdstuk) en
de instellingen blijven ongewijzigd totdat
er een andere instelling wordt doorge-
voerd.
BELANGRIJK Om de “Dynamische
routebegeleiding” in te schakelen tijdens
de “Routebegeleiding”, stemt het naviga-
tiesysteem af op een TMC-station. Als er
nog geen TMC-station op de FMC-golf-
band is opgeslagen, dan worden de TMC-
stations gezocht. Dit kan lang duren om-
dat alle banden worden doorlopen. Gedu-
rende deze tijd kan er niet naar de radio
worden geluisterd.
fig. 94
A0B3060i
fig. 95
A0B3059i
fig. 93
A0B3033i