WEGWIJS IN UW AUTO
28
HEUPGORDEL VOOR
MIDDELSTE ZITPLAATS
ACHTER
(fig. 41)
Maak de gordel vast door de gesp (A)
in de sluiting (B) te drukken, totdat de
gesp hoorbaar blokkeert.
Stel de gordel af met de klem (D). Trek
aan deel E om de gordel te verkorten en
aan deel F om te verlengen.
Druk, om de gordels los te maken, op de
knop (C).
BELANGRIJK De gordel is correct
afgesteld als de gordel goed aansluit op
het bekken.
ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET GEBRUIK VAN
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te houden
aan de wettelijke voorschriften met
betrekking tot het verplichte gebruik van
de veiligheidsgordels (en de inzittenden
erop attent te maken).
Leg de veiligheidsgordel altijd om voor-
dat u vertrekt.
fig. 41
A0B0003b
Voor maximale bescher-
ming is het raadzaam om
de rugleuning van de
stoel in een zo recht mogelijke
stand te plaatsen en de gordel zo
strak mogelijk om borst en bek-
ken te dragen.
Draag altijd veiligheidsgordels,
zowel voor als achter in de auto.
Rijden zonder veiligheidsgordels
vergroot het risico op ernstig let-
sel of een dodelijke afloop bij een
ongeval.
De gordelband mag niet
gedraaid zijn en moet
goed tegen het lichaam
van de inzittende aanliggen. Het
diagonale gordelgedeelte moet
via het midden van de schouder
schuin over de borst liggen. Het
horizontale gordelgedeelte moet
over het bekken fig. 42 en niet
over de buik liggen, zodat wordt
voorkomen dat u tijdens een bot-
sing onder de gordel uitschuift.
Draag geen voor werpen (sie-
raden, gespen, enz.) die een goed
aansluiten van de gordel op het
lichaam verhinderen.
fig. 42
A0B0004b