35
AUTOMATISCHE INSCHAKE-
LING VAN HET ALARM
(indien aanwezig)
Als het diefstalalarm niet met de af-
standsbediening is ingeschakeld, wordt
het systeem automatisch ingeschakeld na
ongeveer 30 seconden nadat de contact-
sleutel in stand STOP of PARK is ge-
draaid en voor de laatste keer één van de
portieren geopend en weer gesloten is.
Als het systeem is ingeschakeld, gaat
het lampje in de auto knipperen, knippe-
ren de richtingaanwijzers twee keer kort
en klinken er twee geluidssignalen
(biep).
U schakelt het alarm uit door het knopje
van de afstandsbediening in te drukken.
Het alarm schakelt zichzelf ook automa-
tisch in als de portieren met de sleutel
worden vergrendeld.
Als het alarm automatisch wordt inge-
schakeld, worden de portieren niet ver-
grendeld.
WANNEER GAAT HET ALARM
AF
Bij ingeschakeld systeem, wordt het
alarm in de volgende gevallen geacti-
veerd:
– als één van de portieren, de motor-
kap of het kofferdeksel wordt geopend;
– als de accu wordt losgekoppeld of de
voedingskabels van het diefstalalarm of
van de sleutelschakelaar worden losge-
maakt;
– bij een startpoging (contactsleutel in
stand MAR).
Afhankelijk van de uitvoering schakelt
het alarm de sirene (gedurende circa 25
seconden) en de richtingaanwijzers (ge-
durende circa 4,5 minuut) in. De weerga-
vemethode en het aantal cyclussen zijn
afhankelijk van het land waarop het
alarm is ingesteld.
Toch is een maximum aantal cycli voor-
zien voor de akoestische en zichtbare sig-
nalen.
Na een alarmsignalering schakelt het
systeem over naar de normale
bewakings functie.
ALARM ONDERBREKEN
Druk op het knopje van de afstandsbe-
diening om het alarm te onderbreken of
schakel het alarm uit door het dekseltje
(A-fig. 8) te verwijderen en de sleutel-
schakelaar op de sirene linksom in de
stand OFF te draaien, nadat de kunststof
dop (B-fig. 9) is verwijderd.
Als u het alarm uitschakelt m.b.v. de
sleutelschakelaar, dan moet het alarm
weer in bedrijf worden gesteld door de
sleutelschakelaar rechtsom in de stand
ON te draaien. Als u dit niet doet, dan
bedient het systeem alleen de centrale
portiervergrendeling.
P4Z00007
fig. 8