122
Controleer bij het aankoppelen van een
aanhangwagen of caravan of de waarden
van het aanhangergewicht (vermeld op de
typegoedkeuring) en het maximum toege-
stane aanhangergewicht (vermeld op een
sticker op de trekhaak), hoger of gelijk zijn
aan die van het totale gewicht en de be-
lasting op de trekkogel.
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
EN SUGGESTIES
Hierna volgen enkele aanwijzingen voor
het rijden met een aanhanger:
– Monteer speciale en/of extra achteruit-
kijkspiegels, waarmee u voldoet aan de
geldende verkeerswetgeving.
– Let erop dat het klimvermogen van de
auto bij het trekken van een aanhanger of
caravan wordt beperkt.
– Schakel een lage versnelling in tijdens
het afdalen om te voorkomen dat u con-
stant moet remmen.
– Houdt u aan de snelheidsbeperkingen
die voor auto’s met aanhanger gelden. U
mag in geen geval harder rijden dan 100
km/h.
AUTO LANGERE TIJD
STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de au-
to langere tijd niet wordt gebruikt:
– Zet de auto in een overdekte, droge en
zo mogelijk goed geventileerde ruimte.
– Schakel een versnelling in.
– Zorg ervoor dat de handrem is aange-
trokken.
– Maak de gespoten delen schoon en
behandel ze met een siliconenwas.
– Smeer de wisserrubbers van de ruiten-
wissers in met talkpoeder en laat ze los
van de ruit staan.
– Zet de ruiten een klein stukje open.
– Dek de auto af met een stoffen of een
ademende kunststof hoes. Gebruik geen
dichte plastic hoes, omdat het in en op de
auto aanwezige vocht dan niet kan ver-
dampen.
– Breng de bandenspanning 0,5 bar bo-
ven de normaal voorgeschreven spanning
en controleer deze regelmatig. Laat de
banden, zo mogelijk, op houten blokken
steunen.
– Schakel het diefstalalarm (indien aan-
wezig) uit met de afstandsbediening; stel
vervolgens het systeem buiten werking
met de noodsleutel.
– Maak de accukabels los van de accu
(koppel altijd eerst de minkabel los) en
controleer de acculading. Gedurende het
stallen moet deze controle iedere vier we-
ken worden herhaald. Laad de accu op als
de spanning lager is dan 12,5 Volt.
WEER IN GEBRUIK NEMEN
Als de auto langdurig niet gebruikt is en
u wilt de auto weer in gebruik nemen,
voer dan de volgende handelingen uit:
– Reinig de buitenzijde van de auto niet
droog af.
– Controleer visueel op lekkage van
vloeistoffen (olie, rem- en koppelings-
vloeistof, koelvloeistof, enz.).
– Vervang de motorolie en het oliefilter.
– Controleer de volgende vloeistofni-
veaus:
versnellingsbak-/differentieelolie.
rem-/koppelingsvloeistof.
koelvloeistof.