C - ZEKERINGEN EN RELAIS
OP HULPSTEUN
De zekeringen en relais van enkele ver-
bruikers zijn geplaatst op een hulpsteun
in een klein kastje boven de hoofdzeke-
ringenkast.
Ze zijn bereikbaar nadat het deksel (A-
fig. 49) is verwijderd door de bevesti-
gingspennen los te draaien.
De systemen die door de zekeringen
worden beveiligd zijn genummerd van 24
tot 29 (fig. 49/A) en staan in de ta-
bellen op pag. 150 en 151.
Relais (fig. 49/A)
A - Relais 1
e
snelheid elektroventilateur.
B - Relais 2
e
snelheid elektroventilateur.
C - Relais 2
e
snelheid elektroventilateur
nr. 2 voor motorkoelsysteem (uitvoe-
ring 3.0 V6 24V).
Verder zijn er de volgende relais:
– Knippersignaal waarschuwingsknip-
perlichten en richtingaanwijzers
– Relais mistlampen voor.
– Relais mistachterlicht.
Om deze zekeringen te bereiken, moet
het instrumentenpaneel worden verwij-
derd: wendt u tot de Alfa Romeo-dealer.
D - ZEKERINGEN EN RELAIS
IN DE MOTORRUIMTE
De zekeringen en relais aan de linkerzij-
de in de motorruimte zijn afgedekt (fig.
50). Ze zijn bereikbaar nadat de be-
scherming is verwijderd door de bevesti-
gingsschroeven los te draaien, zoals is af-
gebeeld.
BELANGRIJK De plaats van de zeke-
ringen en relais is afhankelijk van de uit-
voering en het land; het is daarom raad-
zaam, ook in geval van een eventuele
storing, contact op te nemen met de Alfa
Romeo-dealer.
De systemen die door de zekeringen in
de motorruimte worden beveiligd, staan
op pag. 150 en 151:
– fig. 51 = uitvoering 2.0 T.SPARK
– fig. 52 = uitvoering 3.0 V6 24V.
P4Z00157
fig. 49
P4Z00161
fig. 50
P4Z00282
fig. 49/A
148