81
Ga voor het onderbreken van de proce-
dure als volgt te werk:
1) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel ANNUL.
2) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken: het voor-
gaande onderdeel van de INSTALLATIE
wordt weergegeven.
Het systeem zal een test uitvoeren.
Hiervoor moet een afstand tussen 8
en15 km worden afgelegd en de GPS-
ontvangst goed zijn.
Voordat het ijken wordt gestart, vraagt
het apparaat of eventueel aanwezige
voormalige ijkresultaten moeten worden
verwijderd en om de verwijdering van die
resultaten te bevestigen.
BELANGRIJK Tijdens de eerste 25%
van de controleprocedure van het sys-
teem of als de optie NIEUWE INSTALL. is
geselecteerd, kan de navigatie niet wor-
den geactiveerd.
BELANGRIJK De afstand die voor het
ijken moet worden afgelegd hangt af van
verschillende factoren, zoals de GPS-ont-
vangstkwaliteit en de navigatie. De kilo-
meteraanduiding is slechts een gemiddel-
de waarde. Deze kan lager of hoger zijn
bij slechte ontvangstomstandigheden.
BEVEILIGING
Diefstalbeveiliging in-/uitscha-
kelen
Na het selecteren van het onderdeel
VEILIGHEID in het menu INSTELLINGEN
kan de diefstalbeveiliging worden in-/uit-
geschakeld. Als de diefstalbeveiliging is
ingeschakeld, kan het systeem, als de ac-
cu is losgekoppeld, alleen worden inge-
schakeld als de beveiligingscode wordt in-
gevoerd (zie “Code invoeren” in het
hoofdstuk “Diefstalbeveiliging”).
BELANGRIJK Het navigatiesysteem
beschikt niet over een andere diefstalbe-
veiliging: wij raden u aan de code te acti-
veren.
Ga voor het in-/uitschakelen van de co-
de als volgt te werk:
1) Druk op de toets NAV (12); op het
display verschijnt het hoofdmenu van het
navigatiesysteem.
2) Druk op de toets (10); op het dis-
play verschijnt het menu INSTELLINGEN.
fig. 120
A0B3091i