42
Naam van bestemming
invoeren (fig. 58)
Ga als volgt te werk om een naam in
het invoermenu in te voeren:
1) Plaats de cursor met de
draaiknop/toets (11) op het gewenste
karakter.
2) Bevestig het geselecteerde karakter
door de draaiknop/toets (11) in te druk-
ken. Het geselecteerde karakter wordt in
het invoerveld weergegeven 3.
Als een karakter wordt geselecteerd,
bijv. de letter
O
4, toont het display au-
tomatisch het eerste onderdeel van een
lijst met bestemmingen die met die letter
beginnen. Als meerdere letters van de
naam van de bestemming worden inge-
voerd, kan het zoeken worden versneld.
Plaats om direct inzage in de lijst te krij-
gen, de cursor op het symbool j en druk
de draaiknop/toets (11) in of houd de
draaiknop/toets (11) langer dan 2 se-
conden ingedrukt.
Als echter na het invoeren van de naam,
in veld 2 het gewenste onderdeel uit de
invoerlijst wordt weergegeven, dan kunt
u de cursor op het symbool
j
plaatsen en
de draaiknop/toets (11) indrukken of
de draaiknop/toets (11) langer dan 2
seconden ingedrukt houden. Op het dis-
play verschijnt de alfabetische lijst met
bestemmingen.
Speciale karakters invoeren
Ga als volgt te werk als het nodig is om
voor het invoeren van de naam van de
stad speciale karakters (Ä,Ö,Ü) te gebrui-
ken, die niet op het display worden weer-
gegeven:
1) Plaats de cursor met de
draaiknop/toets (11) op het symbool
(pijl omhoog/omlaag).
2) Druk op de draaiknop/toets (11).
Iedere keer als u op de draaiknop/toets
(11) drukt, wordt een nieuw speciaal ka-
rakter getoond.
Karakters wissen
Ga als volgt te werk voor het wissen
van foutief ingevoerde karakters:
1) Plaats de cursor met de
draaiknop/toets (11) op het symbool
¯
.
2) Druk op de draaiknop/toets (11)
of op de toets ESC (9).
Bestemming uit lijst selecteren
Selecteer de gewenste bestemming als
volgt:
1) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) de gewenste bestemming.
2) Bevestig de geselecteerde bestem-
ming door de draaiknop/toets (11) in te
drukken.