61
5) Maak een keuze uit de opties:
LAATST 10 WIS., ENKELE BEST. en ALLE
BEST. en bevestig de keuze door de
draaiknop/toets (11) in te drukken. Als
u de laatste optie kiest, worden de be-
stemmingen automatisch gewist. Als u
één van de eerste twee opties kiest,
moet u als volgt verder gaan:
6) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) de bestemming die u wilt wissen.
7) Bevestig de bestemming door de
draaiknop/toets (11) in te drukken.
8) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel WISSEN (wissen) of
ANNUL. (niet wissen).
Druk op de toets ESC (9) om terug te
keren naar het vorige menu.
KORTE NAAM
INVOEREN EN WIJZIGEN
Ga als volgt te werk voor het wijzigen
van een korte naam van een opgeslagen
bestemming of voor het geven van een
naam aan een bestemming:
1) Druk op de toets NAV (12); op het
display verschijnt het hoofdmenu van het
navigatiesysteem.
2) Selecteer met draaiknop/toets
(11) het onderdeel GEHEUGEN BEST.
3) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt GEHEUGEN BEST.
4) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel BESTEMMINGEN
WIJZ. (fig. 92).
5) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt een lijst met op alfabeti-
sche volgorde alle bestemmingen die in
het geheugen zijn opgeslagen.
6) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) de bestemming waarvan u de
naam wilt wijzigen; op het display ver-
schijnt het invoermenu (speller).
7) Plaats de cursor met de
draaiknop/toets (11) op het gewenste
karakter.
8) Bevestig het karakter door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; het ge-
selecteerde karakter verschijnt in het in-
voerveld.
9) Voer dezelfde procedure uit voor de
andere letters van de naam.
10) Plaats de cursor op het symbool j
en druk op de draaiknop/toets (11) of
druk langer dan twee seconden op de
draaiknop/toets (11).
fig. 92
A0B3100i