73
BELANGRIJK Het minimum volume
is bedoeld als grenswaarde: als bij het uit-
schakelen van het apparaat het geluids-
volume lager was dan het minimum volu-
me, wordt, als het apparaat weer wordt
ingeschakeld, het in het menu
INSTELLINGEN ingestelde niveau gehand-
haafd; als het volume bij uitschakeling
hoger was, wordt als het apparaat weer
wordt ingeschakeld, het minimum volu-
me ingesteld.
Een te hoog volume tij-
dens het rijden kan zowel
uw leven als het leven
van anderen in gevaar brengen.
Daarom moet het volume altijd
zo geregeld zijn dat geluiden van
buiten (bijvoorbeeld claxons, si-
renes van ambulance, politie,
e.d.) hoorbaar blijven.
Ga voor de volumeregeling als volgt te
werk:
1) Open het menu INSTELLINGEN (fig.
107) zoals hiervoor is beschreven.
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel VOLUME (fig.
110).
3) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken.
4) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) de gewenste optie (fig. 111):
– INSCHAK. (volume bij inschakeling);
– TA-MIN (min. volume verkeersinfor-
matie TA);
– NAVI-MIN (min. volume route-aan-
wijzingen);
– SVR (snelheidsafhankelijke volumere-
geling);
– TELEFOON (min. volume telefoon)
5) Bevestig de gekozen optie door de
draaiknop/toets (11) in te drukken.
6) Stel de waarde in door de draai-
knop/toets (11) te draaien.
7) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken.
Druk op de toets ESC (9) om terug te
keren naar het vorige menu.
fig. 110
A0B3085i
fig. 111
A0B3084i