14
11
zie begrippenlijst op blz.17
Klem 27 is de geschakelde 12 Volt OPEN COLLECTOR uitgang.
Tussen klem 27 en de + 12 Volt kan bijvoorbeeld een relais
aangesloten worden, dat aantrekt, wanneer de centrale aange-
schakeld wordt en afvalt wanneer deze weer uitgeschakeld
wordt.
Klem 28 is de 0 Volt aansluiting.
Klem 29 is de + 12 Volt continu aansluiting. Deze voorziet
bijvoorbeeld de detectoren van de voedingsspanning.
Klem 36 wordt aan aarde gelegd voor optimale afscherming tegen
overspanning op de P.T.T.-lijn.
Op de klemmen 37 en 38 wordt de binnenkomende rechtstreekse
P.T.T.-lijn aangesloten.
Op de klemmen 39 en 40 kunnen andere randapparaten en/of
toestellen aangesloten worden. Door de voorkeurschakeling
worden deze van de lijn afgehaald bij een alarmsituatie.
LUIDSPREKER
Op de luidspreker uitgang (klem 25 & 26 : siren) kan direct
een luidspreker van 4-16 Ohm worden aangesloten. De sirene
driver is reeds op de print van de centrale aangebracht. Op de
luidspreker uitgang moet dus geen sirene aangesloten worden,
aangezien die zelf een sirene-driver
11
heeft. Bij elke inscha-
keling wordt gedurende zeer korte tijd (50 msec) de alarm1-
uitgang en de luidspreker bekrachtigd, zodat de gebruiker
weet, dat de centrale intact is en dat de luidspreker nog
werkt (en dus niet gesaboteerd is). Deze luidspreker-check
tijd is programmeerbaar in eenheden van 50 msec. Om een luid-
spreker-check tijd van een seconde te bereiken moet dus 20
geprogrammeerd worden, zie menu 8. Wordt er geen gebruik
gemaakt van deze mogelijkheid, dan moet de luidspreker-check
tijd op 0 geprogrammeerd worden.
ZEKERINGEN
F1: 0.8 Amp.(uitgaande 12V en bedieningspaneel)
F2: 2.0 Amp.(sirene uitgang)
Wanneer de zekering F1 doorgeslagen is, wordt direct sabotage
alarm aan de meldbank doorgebeld.