geschikte procedure. De machine mag in geen geval worden opgetild met behulp
van touwen of takels. Tijdens het transport, zet u het maaidek in de laagste stand,
schakelt u de handrem in en zorgt u ervoor dat de machine goed bevestigd is aan
het vervoermiddel met touwen of kettingen.
5.7 TIPS VOOR EEN MOOI MAAIRESULTAAT
1. Voor een mooi, groen en zacht gazon, moet het gras regelmatig en op de juiste manier
worden gemaaid.
2. Het gras wordt bij voorkeur gemaaid als het droog is.
3. Het mes mag niet beschadigd of bot zijn, zodat de grassprieten niet wordt uitgerukt,
wat leidt tot een vergeling van de punten.
4. De motor dient op volle toeren te draaien, om het gras op de juiste manier te maaien
en om een goede afvoer van het gemaaide gras naar het uitwerpkanaal te verzekeren.
5. De maaifrequentie is afhankelijk van de groei van het gras. Vermijd in ieder geval dat
het gras te hoog komt te staan.
6. In warme en droge periodes laat u het gras best wat hoger staan, om te voorkomen
dat het uitdroogt.
7. Als het gras erg hoog staat, is het raadzaam het
terrein in twee keer te maaien, met een pauze van een
dag. De eerste keer maait u smallere stroken met het
mes in de hoogste stand. De tweede keer maait u met
het mes in de gewenste stand.
8. Het gazon zal er mooier uitzien als het gras afwis-
selend in beide richtingen wordt gemaaid.
9. Als het uitwerpkanaal vaak verstopt raakt, mindert u best vaart, zodat de snelheid
meer aangepast is aan de toestand van het grasveld; als het probleem aanhoudt, is het
mes mogelijk niet behoorlijk geslepen of is het profiel van de vleugels vervormd.
10. Pas erg goed op bij het maaien langs struiken en lage bordessen, die de stand van
het maaidek kunnen ontregelen en de zijkant van het maaidek en het mes beschadigen.
NL 26 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN