30-NL
1 Kies de dienst die u wilt opslaan.
2 Druk op een van de voorkeuzetoetsen (1 tot en
met 6)
gedurende minstens 2 seconden terwijl
de indicator “FUNC” (alleen het onderstreepte
gedeelte van de indicator “FUNC” op de CDA-
9811R) dooft. De gekozen dienst is nu
opgeslagen in het geheugen.
3 Herhaal de stappen 1 en 2 voor het opslaan van
andere diensten.
• Er kunnen maximaal 18 zenders worden opgeslagen (6
zenders voor elke band; DAB1, DAB2, DAB3).
• Indien u een voorkeuzetoets kiest waaronder reeds een
dienst is opgeslagen, wordt deze dienst in het geheugen
vervangen door de nieuwe.
• Wanneer u DAB niet ontvangt, wordt de dienst niet in
het geheugen opgeslagen.
(Sla de dienst in het geheugen op wanneer de DAB-
ontvangst goed is.)
Dienst opslaan
1 Druk op de toets BAND/TEL. om de gewenste
band te kiezen.
2 Houd de toets TUNE/A.ME gedurende minstens
2 seconden ingedrukt.
Er wordt naar het ensemble gezocht en zes ensembles
worden automatisch ontvangen en opgeslagen met de
voorkeuzetoetsen (1 tot en met 6).
Hierna wordt het laatst opgeslagen ensemble ontvangen.
Door de modus te kiezen in “Displaymodus veranderen”
(pagina 31), toont het display de status van ontvangen
zenders als volgt:
Kanaalnummer: de kanaalnummers van ontvangen zen-
ders worden getoond.
Ensemblelabel: het ensemblelabel van de ontvangen zen-
der wordt getoond.
Dienstlabel: het ensemblelabel wordt gedurende 2
seconden getoond en vervolgens het servicelabel na het
ontvangen van de zender.
Componentlabel: het ensemblelabel wordt gedurende 2
seconden getoond, vervolgens het dienstlabel gedurende 2
seconden en daarna het componentlabel na het ontvangen
van de zender.
Dynamisch label: het ensemblelabel wordt gedurende 2
seconden getoond, vervolgens het dienstlabel gedurende 2
seconden en daarna het dynamische label na het
ontvangen van de zender.
Frequentiedisplay*2 : de frequentie van ontvangen zenders
wordt getoond.
• Om het tonen van de frequentie te veranderen op de
CDA-9813R/CDA-9812RX/CDA-9811R, drukt u op
TITLE. Zie “Displaymodus veranderen” (pagina 31)
voor meer details.
• Indien er geen ensemble wordt ontvangen, ontvangt u
het ensemble dat u beluisterde voordat u deze
automatische opslag in het geheugen uitvoerde.
*
2
Alleen voor de CDA-9813R/CDA-9812RX/CDA-9811R
Ensemble automatisch opslaan
1 Druk op de toets BAND/TEL. om de gewenste
bandbreedte te kiezen.
2 Druk op een van de voorkeuzetoetsen (1 tot en
met 6)
.
De gekozen dienst wordt ontvangen.
Door de modus te kiezen in “Displaymodus veranderen”
(pagina 31), toont het display de status van ontvangen
zenders als volgt:
Kanaalnummer: de kanaalnummers van ontvangen
zenders worden getoond.
Ensemblelabel: het ensemblelabel van de ontvangen
zender wordt getoond.
Dienstlabel: het ensemblelabel wordt gedurende 2
seconden getoond en vervolgens het dienstlabel na het
ontvangen van de zender.
Componentlabel: het ensemblelabel wordt gedurende 2
seconden getoond, vervolgens het dienstlabel gedurende 2
seconden en daarna het componentlabel na het ontvangen
van de zender.
Dynamisch label: het ensemblelabel wordt gedurende 2
seconden getoond, vervolgens het dienstlabel gedurende 2
seconden en daarna het dynamische label na het
ontvangen van de zender.
Frequentiedisplay*1 : de frequentie van ontvangen zenders
wordt getoond.
• Om het tonen van de frequentie te veranderen op de
CDA-9813R/CDA-9812RX/CDA-9811R, drukt u op
TITLE. Zie “Displaymodus veranderen” (pagina 31).
• Wanneer u de secundaire dienstcomponent ontvangt,
slaat u de dienst op in het geheugen, maar wanneer u
hem weer oproept, zult u de primaire dienstcomponent
horen.
* 1 Alleen voor de CDA-9813R/CDA-9812RX/CDA-9811R
De opgeslagen dienst ontvangen.
1 Druk op de toets F/SETUP zodat de indicator
“FUNC” oplicht. (Alleen het onderstreepte
gedeelte van de indicator “FUNC” voor de CDA-
9811R).
2 Druk op de toets 3/PTY om de PTY-modus te
kiezen.
3 Druk op de toets
44
of
¢¢
om het gewenste
programma te kiezen.
4 Na het kiezen van een programmatype en
wanneer de indicator “FUNC” oplicht (alleen het
onderstreepte gedeelte van de indicator “FUNC”
voor de CDA-9811R), drukt u op de toets
3/PTY
om naar de PTY-zoekmodus te gaan.
• Druk op de toets PTY om de PTY-zoekmodus te
annuleren tijdens het zoeken.
5 Wanneer de zender wordt ontvangen, wordt het
ontvangen programmatype 5 seconden lang
getoond. Indien er geen zender wordt gevonden,
toont het display gedurende 5 seconden “NO
PTY”.
• De bovenstaande functies kunnen alleen worden uit
gevoerd voor diensten binnen een ensemble.
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)