18
-
NL
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen aan uw eigen voorkeur en
gebruik. Kies het SETUP-menu bij Geluid aanpassen, Scrollfunctie
aanpassen om de gewenste instelling te selecteren.
Druk op de MENU-toets om de instelmodus te
kiezen.
De SETUP-modus is ingeschakeld.
Druk op de of -toets om het gewenste
instelmenu te selecteren.
(bijv. BEEP selecteren)
FM-LV ↔ REG*
1
↔ PISK*
1
↔ AMBER ↔ DIMM ↔
SUBW ↔ (SUBW SYS)*
2
↔ PLAY ↔ BEEP ↔
SCR TYPE ↔ SCR ↔ MUTE ↔ AUX IN ↔ (AUX
NAME)
*
3
↔ D-AUX ↔ P-IC ↔ CONT ↔ AP ↔ DEMO ↔
FM-LV
*
1
Zie hoofdstuk “RDS” (pagina 9)
*
2
Enkel weergegeven als SUBW ingeschakeld is.
*
3
Enkel weergegeven als AUX ingeschakeld is.
Draai aan de encoder-draaiknop om de instelling
te wijzigen.
(bijv. BEEP ON of BEEP OFF selecteren.)
Houd de MENU-toets minstens 2 seconden
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus, of druk op de MENU-toets en kies
RETURN om terug te keren naar de normale
modus.
• Als u binnen 60 seconden geen toets indrukt, keert het toestel
terug naar de normale modus.
Het basisvolume van bronsignalen aanpassen
FM-LEVEL HIGH (basisinstelling) / FM-LEVEL LOW
Als het verschil in volume tussen de CD-speler en FM-radio te groot
is, regelt u het FM-signaalniveau bij.
In- en uitschakelen van de subwoofer
SUBWOOFER ON (basisinstelling) / SUBWOOFER OFF
Als de subwoofer ingeschakeld is, voert u volgende stappen uit om
de uitgangsfase en het uitgangsniveau van de subwoofer bij te
regelen.
1 Druk herhaaldelijk op de encoder-draaiknop om de SUBW-
modus te selecteren.
BASS
→ TREBLE → SUBW → BALANCE → FADER →
DEFEAT → VOLUME → BASS
2 Regel het niveau met de
encoder-draaiknop.
4
3
2
1
In stappen 1 tot en met 4 hierna wordt een typische
SETUP-procedure beschreven. Zie verder voor meer
informatie over elk SETUP-menu.
INSTELLING
Subwoofersysteem instellen
SUBW SYS1 (basisinstelling) / SUBW SYS2
Kies SYS1 of SYS2 als het gewenste subwoofereffect.
SYS1: Het subwooferniveau verandert afhankelijk van de
instelling van het hoofdvolume.
SYS2: De verandering van het subwooferniveau is niet
afhankelijk van de instelling van het hoofdvolume.
Bijvoorbeeld, het subwoofereffect is ook hoorbaar bij
lage volume-instellingen.
Pieptoonfunctie
BEEP ON (basisinstelling) / BEEP OFF
Deze functie geeft auditieve feedback met variërende tonen,
afhankelijk van de ingedrukte toets.
Dimmerregeling
DIMMER AUTO (basisinstelling) / DIMMER MANUAL
Zet de functie DIMMER op AUTO om de helderheid van het toestel
te verminderen als de koplampen van de auto worden ingeschakeld.
Deze modus is interessant als u de achterverlichting van het toestel ’s
nachts te helder vindt.
Verlichtingskleur veranderen
AMBER ON / AMBER OFF (groen) (basisinstelling)
U kunt de verlichtingskleur van het toestel wijzigen.
Instellen van het scrollen
SCR AUTO / SCR MANUAL (basisinstelling)
Deze CD-speler kan de namen van de disk en de tracks, die op
CDTEXT-disks werden opgenomen, scrollen; hetzelfde geldt voor
tekstinformatie voor bestands- en mapnamen en tags van
MP3/WMA-bestanden.
AUTO: De CD-tekstinformatie, de tekstinformatie van
map- en bestandsnamen en de tags worden
automatisch gescrolld.
MANUAL: Het display wordt alleen gescrolld wanneer een
disk wordt geladen, van track wordt veranderd
enz.
• Het toestel scrollt CD-tekstnamen, mapnamen, bestandsnamen of
tags. De disktitels die handmatig werden ingevoerd (pagina 17)
kunnen niet worden gescrolld.
Instellen van het scrolltype
SCR TYPE1 (basisinstelling) / SCR TYPE2
U kunt kiezen tussen twee scrollmethoden.
Kies het gewenste type.
TYPE1 : De tekens scrollen doorlopend en verschijnen
vanaf de rechterkant van het display.
TYPE2 : De tekens worden een voor een weergegeven
en verdwijnen een voor een vanaf de linkerkant
van het display wanneer het scherm vol is.
Weergavecontrast instellen
CONT
U kunt het weergavecontrast aanpassen om de zichtbaarheid te
verbeteren.
U kunt het contrast aanpassen van -5 tot +5.
• De fabrieksinstelling is “0”.
Scrollfunctie aanpassen
Geluid aanpassen