16
-
NL
De hoge tonen instellen
U kunt de klemtoon van de frequentie van de hoge tonen wijzigen om
uw eigen klankbeeld te scheppen.
Druk op de MENU-toets om de modus BASS
ENGINE te kiezen en druk vervolgens op MODE.
BASS ENGINE → SETUP → RETURN (OFF) → BASS ENGINE
Druk op of om de regelmodus voor de
hoge tonen (hogetonen-middenfrequentie) te
kiezen.
BASS ↔ TREBLE
Druk op de SOURCE/POWER-toets om de
gewenste hogetonen-middenfrequentie te kiezen.
10,0kHz → 12,5kHz → 15,0kHz → 7,5kHz → 10,0kHz
Beklemtoont de op het display getoonde
frequentiebereiken van de hoge tonen.
Draai aan de encoder-draaiknop om het
gewenste niveau voor de hoge tonen (–7~+7) te
kiezen.
U kunt de hoge tonen beklemtonen.
Druk op de MENU-toets en kies RETURN.
Na 2 seconden keert het toestel terug naar de normale
modus.
Houd de MENU-toets minstens 2 seconden ingedrukt om
terug te keren naar de normale modus.
• Als u binnen 60 seconden niet op een toets drukt, wordt de
regeling van de hoge tonen automatisch uitgeschakeld.
• De instellingen van het niveau van de hoge tonen worden
afzonderlijk in het geheugen opgeslagen voor elke bron (FM, MW
(LW) en CD) tot de instelling wordt gewijzigd. De instellingen
voor de frequentie van de hoge tonen voor één bron, gelden ook
voor alle andere bronnen (FM, MW (LW), CD, enz.).
• Afhankelijk van de aangesloten apparaten kan het zijn dat
bepaalde functies en indicatoren op het display niet werken. De
hoge tonen kunnen echter nog wel worden ingesteld als een
audioprocessor met hogetonenregeling wordt aangesloten.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is
ingeschakeld.
• Als u in de modus voor hogetonenregeling op of
drukt, gaat het toestel over naar de modus voor lagetonenregeling.
*
2
U kunt de instelling ook aanpassen door op MODE te drukken.
Zie “Regeling lage tonen/hoge tonen/balans (links-rechts)/fader
(voor-achter)/defeat” (pagina 15).
In- en uitschakelen van de functie Loudness
Loudness legt een speciale klemtoon op de lage en hoge frequenties
bij lage luistervolumes. Dit compenseert de lagere gevoeligheid van
het menselijk oor voor lage en hoge tonen.
Houd de MODE-toets minstens 2 seconden ingedrukt
om de modus LOUDNESS in of uit te schakelen.
De indicator “LD” licht op.
4
Het niveau van de hoge tonen instellen
3-1
De middenfrequentie van de hoge tonen instellen
2
1
Tekst weergeven
Tekstinformatie, zoals de naam van de CD en de track, wordt
weergegeven als u een CD afspeelt die compatibel is met CD-tekst.
Het is ook mogelijk om de mapnaam, de bestandsnaam, de tag, enz.
weer te geven tijdens het afspelen van MP3/WMA-bestanden.
Druk op TITLE.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
CD-tekst weergeven in radiomodus:
Als er PS (programmadienstnaam) is
PS (Programmadienstnaam)*
1
→ Radiotekst →
PS (Programmadienstnaam)
Als er geen PS (programmadienstnaam) is
FREQUENTIE → Radiotekst → FREQUENTIE
CD-tekst weergeven in CD-modus:
TRACKNR./VERSTREKEN TIJD → TEKST (NAAM CD)*
2
→ TEKST (NAAM TRACK)*
2
→
TRACKNR./VERSTREKEN TIJD
CD-tekst weergeven in MP3/WMA-modus:
MAPNR./BESTANDSNR./VERSTREKEN TIJD
MAPNAAM
*
3
→ BESTANDSNAAM*
3
→ NAAM
ARTIEST
*
4
→ NAAM ALBUM*
4
→ NAAM TRACK*
4
→
FRAME*
5
→ MAPNR./BESTANDSNR./VERSTREKEN
TIJD
*
1
Houd de toets TITLE minstens 2 seconden ingedrukt in de PS-
displaymodus, “FREQUENCY” wordt gedurende 5 seconden
weergegeven.
*
2
Weergegeven tijdens het afspelen van een CD met CD-tekst.
Als er geen tekst is (Naam CD of naam track), wordt “DISC
TEXT”/”TRACK TEXT” weergegeven.
*
3
“ROOT” wordt weergegeven als mapnaam als de bronmap geen
mapnaam heeft.
Als er geen map- of bestandsnaam is, wordt “MAP”/”BESTAND”
weergegeven.
*
4
ID3 tag/WMA tag
Als een MP3/WMA-bestand ID3/WMA taginformatie bevat, wordt
de ID3/WMA-taginformatie weergegeven (naam van de track,
naam van de artiest en naam van het album). Alle andere
taggegevens worden genegeerd.
Als er geen taginformatie is, wordt
“ARTIST”/“ALBUM”/“SONG” weergegeven.
Als “SCROLL AUTO” is ingesteld bij “Instellen van het scrollen
(TEXT SCROLL)” (pagina 18), wordt er automatisch door de
taginformatie gescrold.
*
5
De bemonsteringsfrequentie van de opname en de bitsnelheid van
het MP3/WMA-bestand worden weergegeven. Bij een WMA-
bestand met variabele bitsnelheid wordt de gemiddelde bitsnelheid
weergegeven.
Andere functies