5
installatie. Indien dit apparaat schadelijke interferentie veroorzaakt voor radio- of
televisieontvangst (hetgeen men kan bepalen door het apparaat uit en in te schakelen),
kunt u mogelijk de interferentie verhelpen met een of meer van de volgende
maatregelen:
– Verplaats de ontvangstantenne of zet deze in een andere richting.
– Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
– Sluit de apparatuur aan op een stopcontact in een andere stroomkring dan de ontvanger.
– Raadpleeg de dealer of een ervaren radio/tv-installateur.
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die
verantwoordelijk is voor naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur
te bedienen, teniet doen.
FCC-ID: 2AC8UA1608