American Audio - www.americ anaudio.eu – 19MX R – Gebru ikershandleiding pagina 4
Belangrijke veiligheidsinstructies
LET OP!
Gevaar voor elektrische
schok! Niet openen!
Dit symbool waarschuwt d e gebrui ker voor
ongeïsoleerde o nderdelen i n het apparaat waar
spanning op staat. Het negeren van dit symbool kan
ernstig letsel, een o ngeval of de dood tot gevolg
hebben.
Pas op: teneinde het risico van een elektrische schok
te verkleinen mag de behu izing niet worden geopend.
Reparaties of veranderingen mogen niet door
gebruikers worden u itgevoerd. Wendt u zi ch tot een
erkende American Audio dealer.
Dit symbool geeft aan dat er in de handleiding
belangrijke informatie staat v oor gebruik en
onderhoud. He t negeren van deze info rmatie kan
leiden tot p ersoonlijk le tsel of beschadiging va n het
product.
BELANGRIJKE VE ILIGHEIDSINST RUCTIES
AARDING EN P OLARITEIT
⋅ Beschi kt het apparaat over e en gepolariseerde
stekker, die maar o p een manier in de contactdoos
past waardoor de polariteit gehandhaafd blijft ( d e pin
is b reder dan gebruikelijk), dan is deze stekker alleen
geschikt vo or gepolariseerde stopcontacten. Indien
de stekker niet in het stopcontact past dient deze
door een elektricien te worden vervangen. Er m ag
GEEN pin worden verwijderd omdat dan de
veiligheidsfunctie van de gepolariseerde stekker komt
te vervallen.
⋅ Beschi kt het apparaat o ver een stekker m et
randaarde, die aan de zijkant van de stekker twee
metalen plaatjes heeft voor de aarding, dan is die
stekker alleen geschikt voor st opcontacten m et
randaarde. Dit i s ter verbetering van de veilighei d. Als
de stekk er niet in het stopcontact past, dient hij d oor
een elektricien te worden vervangen. Indien d e
stekker over drie pinnen beschikt, m ag er geen pin
worden verwijderd omdat dan de veiligheidsfunctie
van de stekker komt te vervallen.
BESCHERM ING VAN DE KABEL
– Leg de
kabel dusdanig neer, dat er n iet over gelopen word
en de k abel niet wordt b ekneld. Let in het bijzonder
op de ka bel in de b uurt va n de stekker, e xtra
stopcontacten en daar waar d e kab el in de behuizing
van het apparaat gaat.
AARDING V AN DE BUITENANTENNE
–
Indien het apparaa t op een buitenantenne wordt
aangesloten dient u zich ervan te over tuigen dat de
buitenantenne is geaard en dusdanig is aangesloten
dat er geen gevaar is voor elektrische schok en /o f
wrijvingsspanning. De buitenantenne moet conform
de bestaande wetteli jke veiligh eidseisen gea ard
worden. Zie tekening A.
BLIKSEM
– Om het ap paraat bij o nweer, en indien
het voor langere tijd ni et wordt gebruikt, te
beschermen, dient de netspanning, de antenne, of de
kabel uitgetrokken te worden. Zo wordt sc hade bij
bliksem of bi j i nslag op het ele ktriciteitsnetwerk
voorkomen.
HOOGSPANNINGS KABELS
– De
buitenantenne mag n iet in de buurt van
hoogspanningskabels, o nder elektrische verlichting ,
noch op een andere stroomvoorziening of een plaats
worden aa ngesloten waar de antenne op de
installatie kan vallen. Let bij d e m ontage op dat de
antenne niet in aanraking komt met a ndere
apparatuur die op het elektricitei tsnet is aangesloten .
Dit kan l evensgevaarlijk zi jn en leiden tot elektrische
schok.
OVERBELAS TING
– Ter voorkoming van
brandgevaar en elektri sche schok, dient u niet teveel
apparaten op een stopcontact aan te sluiten.
VREEMDE VOORWERPEN EN
OVERSTROMIN G
– Geen vreemde voorwerpen
in he t apparaat steke n. Ze kunnen in aanraking
komen met n iet-geïsoleerde stroomgeleidende
onderdelen en een elektrische schok of brand
veroorzaken. Het apparaat mag NIET aan
vloeistoffen worden blootgesteld.
SERVICE
– De gebruiker m ag het apparaat n iet
zelf repareren. Zowel het openen als ver wijderen van
de behuizing kan l eiden to t ee n ele ktrische schok of
ander gevaar. Reparat ies dien en do or gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd.
SCHADE/REP ARATIE
– Bij de v olgende
aandachtspunten dient u de ste kker ui t het
stopcontact te halen en het apparaat door hiervoor
gekwalificeerd personeel te laten repareren:
• Indien de kabel of de stekker is
beschadigd.
• Indien er vloeistof of vreem de
voorwerpen in het ap paraat zijn
gekomen of geraakt.
• Indien het apparaat aan regen of water
is blootgesteld.
• Indien het app araat niet naar behoren
functioneert terwijl de
bedieningsinstructies zijn opgevolgd.
Voer alleen die hande lingen u it, die zijn
beschreven in de
gebruikershandleiding. Onjuist gebr uik
kan leiden tot schade en
disfunctioneren en vereist reparatie
door een hier voor gekwalificeerd
reparateur.
• Indien het apparaat is gevallen of op
een andere wijze is beschadigd.
• Indien er sp rake is van wezenlijk
verschil in functioneren ten opzichte
van e erder gebruik – dit duidt op
noodzakelijk onderhoud.
ONDERDELEN
– Indien onderdelen vervangen
dienen te worden, let dan op dat de servicem onteur
originele onderdelen gebruikt of onderdelen die
voldoen aan de spe cificaties van de or iginele
onderdelen. Gebruik van andere onderdelen kan
leiden tot brand, elektrische schok of ander gevaar.
VEILIGHEIDSTES T
– Na onderhoud en repar atie
dient u d e reparateur te verzoeken een
veiligheidscontrole en een fun ctiecontrole ui t te
voeren, om de juiste functie van het apparaat te
garanderen.
WAND- EN PLAFONDMON TAGE
– He t
apparaat di ent niet aan een wand of pl afond
bevestigd te worden.
TEMPERATUUR
– Het apparaat verwijderd
houden van warmtebronnen zoals radiatoren,
verwarmingselementen, o vens en andere apparatuur
(incl. versterkers) die hitte produceren.
HANDLEIDING LE ZEN
– L eest u v oor de
ingebruikname van het apparaat aand ach tig alle
veiligheidsaanwijzingen en de gebruikershandleiding
door.
BEWAREN HANDLE IDING
– De
gebruikershandleiding bewaren voo r to ekom stig
gebruik.
WAARSCHUWIN GEN IN ACHT NEM EN
–
Let goed op waarschuwingstekens op het apparaat
en in de gebruikershandleiding.
HANDLEIDING IN ACHT NEMEN
– Volg de
aanwijzingen in de gebruikershandleiding.
REINIGEN
– Het apparaat mag alleen met een
stofdoek of een zachte droge doe k worden
afgenomen. Geen meubelreinigers, benzine,
insecticide of andere r einigingsm iddel en met
oplosmiddelen gebruiken. Deze kunnen de behuizing
aantasten.
AANSLUITEN RANDAPP ARATUUR
– Gee n
randapparatuur of toebehoren aansluiten die niet
door de fabrikant worden aanbevolen in verband met
mogelijk gevaar.
WATER EN VOCH T
– Het apparaat mag NIET in
de buurt van water worden gebruikt. Bijv. bij het bad,
de wastafel, de spoelbak, in vochtige kelde rs, in de
buurt van een zwembad en dergelijke plaatsen.
ACCESOIRES
– Het apparaat m ag niet op een
instabiele ondergrond geplaatst worden. Het
apparaat kan vallen en daarbij ernstig letsel
toebrengen bij kinder en of volwassenen. Het
apparaat kan beschadigd raken. Gebruik uitslui tend
statieven, plateaus, tafels of trolleys die doo r de
fabrikant worden aanbevolen of worden meegeleverd
met het appa raat. Volg bij het i nstalleren de
montagevoorschriften van de fabrikant en g ebruik de
meegeleverde materialen.
TRANSPORTW AGEN
– Vervoer het apparaa t
voorzichtig op de wagen. Vermijd a brupt stoppen,
buitensporige kra chtontwikkeling en een ongelijke
ondergrond ter voorkoming van het omvallen va n de
wagen met de apparatuur.
VENTILATIE
– Opening en en roosters d ienen de
noodzakelijk ventil atie en een go ed functioneren van
het apparaat, ter voorkoming van oververhitting en
mogen derhal ve niet worden afgedek t of verstopt.
Het appar aat mag niet op bed, ba nk, tapijt of
vergelijkbare zachte onde rgrond worden gepl aatst.
Het appa raat mag niet in de boekenkast of in een rek
worden ing ebouwd, tenzij de ventilatie gewaarbor gd
is of de montage conform de aanwijzingen van de
fabrikant is uitgevoerd.
STROOMVOORZ IENING
– Het apparaat mag
uitsluitend worden aangesloten op de genoemde
netspanning, vermeld op het typeplaatje. B ij tw ijfel
altijd de verkop er van het apparaat raadplegen of
neem contact op met uw energieleverancier.
PLAATSEN
– Het apparaat moet op een stabiele
ondergrond worden geplaatst.
BUITEN GEBRU IK
– Indi en het apparaat langere
tijd ni et wordt gebruikt, trek dan de stekk er uit het
stopcontact.
Figuur A